Moderne muziek is voor vele mensen een gesloten boek. Men denkt aan onoverzichtelijke en ontoegankelijke klanken, mist ieder idee van oriëntatie en bovenal de aansprekende emotionaliteit die in 'normale' klassieke muziek zo prominent aanwezig is. Uiteindelijk keerde veel publiek zich af van moderne muziek of duldde deze slechts onverschillig. Echter, in de laatste twee decennia van de 20ste eeuw
… bleek dat niet alleen het grote publiek er zo over dacht, maar ook steeds meer componisten. Er ontstond een soort geuzendom van de antiavant-garde: componisten die riepen trots te zijn dat hun muziek aansprekend was en die weigerden harmonieuze klanken te vermijden, omdat dat van de 'kunstpausen' niet zou mogen. Tot dergelijke componisten behoort zonder twijfel ook Ondrej Kukal (1964). Hij werd geboren in Praag waar hij viool, directie en compositie studeerde. Na zijn studie was hij onder meer actief als kamermuziekspeler, maar vooral als dirigent. In 1999 won hij een beurs die hem in staat stelde zes maanden in Bamberg (Duitsland) nader aan zijn muzikale ontwikkeling te werken. Gedurende deze periode voltooide hij zijn Symfonie nr.1, op.15, waaraan hij in 1996 was begonnen. Het werk valt uiteen in twee delen van ruim tien minuten die beide een soort kort epiloogdeel van ongeveer anderhalve minuut hebben. Volgens Kukal vormt het idee van 'geboorte, zoektocht naar licht en vrede van geest' de spirituele achtergrond van dit werk. Stilistisch past het helemaal in de stroming van de zogeheten 'nieuwe tonaliteit': nieuwe muziek waarin de scherpe dissonantie van de 'traditionele' avant-garde is verruild voor een tamelijk vrije herordening op tonale leest, waarbij consonanten weer duidelijk superieur zijn aan dissonanten. Grotendeels hetzelfde geldt voor de twee andere stukken, de Kamersymfonie op.16 (1999) en het Fagotconcert op.14 (1998). Deze muziek demonstreert ook het probleem van zoveel neo-tonale muziek: zeker, zij is welluidend en biedt een aansprekende emotionaliteit. Tegelijk is zij vaak echter ook slap; alsof je een soort laatromantisch stuk hoort waar ieder vuur aan ontbreekt. Maar dat Kukals muziek onmiskenbaar tot deze tijd behoort staat buiten kijf. De uitvoeringen, gerealiseerd door verschillende ensembles, zijn van tamelijk goede kwaliteit. (JvG)meer