Het heeft iets flauws om een cd zo te presenteren als hier is gebeurd: zowel voor als achter op het doosje staat direkt onder de naam Alexander Krein (1883-1951) in grote letters 'After Scriabin...' te lezen, waarmee direkt een wel erg nadrukkelijk oordeel wordt geveld over Kreins muzikale prestaties. Krein werd in 1883 geboren in Nizhny-Novgorod en studeerde van 1897 tot 1908 aan het Conservatorium
… van Moskou. Krein werd daar in 1912 aangesteld en in deze periode maakte hij kennis met Alexander Skriabin. Hoewel Krein hem dus maar kort heeft gekend - Skriabin overleed in 1915 -, was hij kennelijk heel snel volledig door zijn muziek bevangen. Wie de hier opgenomen "Symfonie nr.1 op.35", geschreven in de jaren 1922-1925 en de uit 1922 daterende "Pianosonate op.34" beluistert, zal deze conclusie beamen. De driedelige symfonie, waarvan de delen in elkaar overgaan, is geschreven in het broeierige idioom van Skriabins late stijl en datzelfde geldt ook voor de pianosonate. Dat Krein zich zozeer door Skriabin heeft laten meeslepen is eigenlijk wel jammer, want de in 1910 geschreven "Suite nr.2, op.13 'Joodse schetsen'", voor klarinet en strijkkwartet heeft een veel persoonlijker en ook een wat helderder klankbeeld en is daarmee op deze cd in zekere zin wel een verademing, naast de toch snel wat grauw aandoende post-Skriabin-klanken. Verder klinken nog de "Ornamenten op.42", een drietal vocalises. De verschillende uitvoerenden zorgen voor een aangename kennismaking, al zal niet iedereen vinden dat de belofte die op het doosje wordt gemaakt, (deze muziek 'will lift the spirits of music lovers everywhere') wordt ingelost. (JvG)_meer