Trompettist en zanger Louis Armstrong is misschien wel de meest invloedrijke artiest in de geschiedenis van de jazz. Hij begon in de jaren twintig in de "hot" bands van New Orleans en was een van de eersten die solo-improvisatie in het jazzidioom integreerden. In de komende decennia veranderde zijn stijl nauwelijks, maar hij had vele volgelingen. Armstrong, die ook bekend was onder de koosnaam "Satchmo", was een van de meest geliefde figuren in de Amerikaanse populaire muziek. Zijn vruchtbare opnamecarrière, en het tijdloze karakter van zijn muziek, dragen er zorg voor dat zijn erfenis zal blijven voortbestaan.
meer
(bron: wikipedia)Sidney Bechet (New Orleans, 14 mei 1897 – Garches (Frankrijk), 14 mei 1959) was een Amerikaans jazzsaxofonist, klarinettist en componist. Bechet was naast Jelly Roll Morton en Louis Armstrong een van de belangrijkste solisten uit de beginperiode van de jazz.
In 1912 kwam hij bij de Eagle Band uit New Orleans als klarinettist. Met Will Marion Cook's Syncopated Orchestra en Louis Mitchell's Jazz Kings speelde hij in 1919 in Europa. Daar kocht hij een sopraansaxofoon en sindsdien was dit zijn... meer
(bron: wikipedia)Benjamin David (Benny) Goodman, bijnaam The King of Swing (Chicago, 30 mei 1909 - New York City, 13 juni 1986) was een beroemd Amerikaans jazzmusicus.
Als zoon van arme Joodse immigranten leerde hij klarinet spelen in een jeugdorkest dat door een goed doel werd gefinancierd. Op school leerde hij drummer Dave Tough kennen. Hij bleek al op jonge leeftijd een getalenteerd muzikant en speelde mee met The Austin High School Gang. Op twaalfjarige leeftijd imiteerde hij al de bekende bandleider... meer
Ella Fitzgerald was de belangrijkste uitvoerende van het American Popular Songbook, vanwege haar onvergelijkbare kwaliteiten en zorgvuldige materiaalkeuze. Met producer Norman Granz legde ze aan verschillende componisten gewijde ‘songbooks’ op vinyl vast. Daarmee maakte Fitzgerald definitieve versies van de liederen van de belangrijkste Amerikaanse songschrijvers. Fitzgerald had een enorm stembereik en gedurende het grootste deel van haar carrière behield haar stem de jeugdige, licht vibrerende klank. Daardoor klonken haar versies opvallend fris, vooral haar ‘scat’-materiaal. Hoewel vele uitstekende artiesten haar hebben opgevolgd, zal er hoogstwaarschijnlijk nooit meer iemand opstaan die het American Songbook zo subliem vertolkt.
Het lukte Billie Holiday, het schoolvoorbeeld van een jazzzangeres, altijd om haar hart te leggen in elk liedje dat ze zong. Met haar frêle stem en bondige stijl wist ze zelfs de meest luchtige popliedjes een hartverscheurende draai mee te geven. Haar beste muziek zit vol emotie, zowel vrolijkheid als wanhoop, en maar weinig muzikanten wisten dat gevoel te evenaren. Van het midden van de jaren dertig tot het midden van de jaren veertig bevond Lady Day zich op de top van haar kunnen. Ze nam albums op met vele zwaargewichten uit de jazz, zoals Benny Goodman, Duke Ellington en Lester Young. In de late jaren veertig leidde haar heftige liefdesleven en haar drank- en drugsgebruik tot problemen, waarbij ze uiteindelijk ook met de sterke arm der wet in aanraking kwam. Ook Holidays gezondheid holde achteruit, wat uiteindelijk leidde tot haar dood in 1959. Haar woelige privéleven zorgde dat ze in haar tijd de krantenkoppen haalde, haar unieke talent maakte haar tot een tijdloze legende.
Door geniale virtuositeit te combineren met pure emotie op de altsaxofoon, had Charlie Parker in zijn tijd maar weinig concurrenten. En na hem zou het nooit meer hetzelfde zijn. Als één van de uitvinders van de bebop (samen met Dizzy Gillespie, Bud Powell en anderen), introduceerde Charlie ‘Bird’ Parker nieuwe mogelijkheden voor expressie, één die een indrukwekkende techniek koppelde aan gedegen muzikale kennis en vooral: het vermogen om complexe ideeën simpel, oprecht en onweerstaanbaar uit te voeren. Parker overleed op 34-jarige leeftijd en liet een erfenis na die velen trachtten te evenaren maar door niemand werd overtroffen.
Trompettist John Birks “Dizzy” Gillespie was een van de grondleggers van de bebop. Gillespie (1937, Cheraw, South Carolina) speelde trompet in bigbands van achtereenvolgens Teddy Hill en Cab Calloway. In nachtelijke jamsessies in Minton's Playhouse in New York overschreed hij samen met gelijkgestemden als saxofonist Charlie Parker, pianist Thelonious Monk en drummer Kenny Clarke de grenzen van de swing door te experimenteren met harmonische vernieuwingen, complexe thema’s, hoge tempo’s en verrassende ritmische accenten. Gillespie, tegelijkertijd de leidende theoreticus en grootste entertainer van de bebop, leidde eigen combo’s en een bebopbigband. Hij voegde meer en meer Afro-Cubaanse elementen toe aan de bebop en werd zo een wegbereider voor de latin jazz. Zijn karakteristieke verschijning met schuin omhoog gebogen trompet en enorm uitpuilende wangen deden haast vergeten dat hij een virtuoos trompettist was.
Toen altsaxofonist Cannonball Adderley zijn opwachting maakte in de New Yorkse jazz-scene in 1955 viel hij onmiddellijk op met zijn van blues doordrenkte toon en swingende timing. Enkele jaren later vroeg Miles Davis hem om zijn befaamde Quintet uit te breiden tot een sextet. Met deze groep nam hij het baanbrekende album Kind Of Blue op. In de jaren zestig, waarin vele jazzmuzikanten zochten naar nieuwe vormen, hield Adderley in een kwintet samen met zijn broer Nat, vol overtuiging vast aan de door gospel en blues beïnvloedde souljazz. Hits als Mercy, Mercy, Mercy (1967) brachten jazz dichter bij rockmuziek, zonder compromissen te sluiten.
Tom Jobim was misschien de uitvinder van de bossa nova, naar João Gilberto gaf deze Braziliaanse muziekstijl zijn definitieve stem. De jonge dandy Gilberto zong zo delicaat, dat het soms meer leek op fluisteren. Ook zijn spel op de akoestische gitaar was afgewogen. Gilberto speelde nooit een noot te veel. Zijn debuutalbum Chega De Saudade (1959) geldt nog steeds al onberispelijke bossanovaklassieker. Gilberto speelde ook de definitieve versie van Jobims The Girl From Ipanema in, al maakte de onvaste stem van zijn toenmalige vrouw Astrud het nummer een hit. Gilberto verbleef ook lange tijd in de Verenigde Staten. Vanaf de jaren zeventig leidt de zanger/gitarist een teruggetrokken bestaan en laat hij nog maar sporadisch van zich horen, dit in tegenstelling tot zijn dochter Bebel Gilberto. Zij blies rond het jaar 2000 de bossa nova overtuigend nieuw leven in.
“The incredibly lovely sound of Stan Getz”. Wel wat zelfingenomen om zoiets van jezelf te zeggen, maar Stan Getz had wel gelijk. Vrijwel geen enkele andere saxofonist kon zo’n lyrisch geluid halen uit zijn tenor. Met dat geluid en zijn vloeiende lijnen was Getz veel te horen op bossa nova-cd’s en zelfs enkele smooth fusion albums. Daardoor zou je haast vergeten dat hij een geweldig improvisator was in een stijl die het midden hield tussen cool jazz en hard bop. Getz (1927) maakte eind jaren veertig indruk als frontman van de Four Brothers, de beroemde saxofoonsectie van het orkest van Woody Herman. Daarna begon hij kleine groepen te leiden met onder meer Jimmy Raney en Horace Silver. Zijn grootste succes, commercieel gezien, scoorde hij in een Braziliaans getinte samenwerking met gitarist Charlie Byrd en de bossa nova-hits Desafinado en The Girl From Ipanema.
Pianist Oscar Peterson (Canada, 1925) was een van jazzartiesten met de meeste opgenomen albums. Aan het begin van zijn carrière ging hij een samenwerking aan met producer Norman Granz en sinds de jaren vijftig was hij een van de steunpilaren van Granz’ labels (Verve en Pablo). Peterson werkte hoofdzakelijk in triobezettingen met afwisselend gitaar & bas of bas & drums, maar deed ook solo-optredens en concerten met grotere groepen en een volledig orkest. Hij beschikte over een fabuleuze techniek waarmee hij altijd krachtige swingende muziek wist te produceren in een unieke eigen stijl die het midden hield tussen swing en bop.