Een kleurrijk palet van vaak virtuoze muziekstijlen, die gespeeld worden door zigeuners overal ter wereld. Van de Gipsy Kings tot de Taraf de Haidouks, het begrip zigeunermuziek laat zich net zo lastig begrenzen als het Roma-volk zelf. Rond duizend na Christus begonnen zij vanuit Zuid-Oost India aan een vaak eindeloze tocht. Over de reden van deze diaspora wordt slechts gespeculeerd. Zeker is dat zij zich in alle windrichtingen verspreidden. Bekend zijn de zigeuners in Oost-Europa en Zuid-Spanje, maar ook in de VS, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten zijn grote Roma-gemeenschappen te vinden. Vaak vermengden de Roma hun muziek met wat er in de regio waar zij verbleven populair was. Hierdoor ontstonden er verschillende takken aan dezelfde muzikale boom. Het bekendst zijn waarschijnlijk de opzwepende ritmes uit de Balkan en Oost-Europa, de zigeunerjazz uit Noord-Frankrijk en de flamenco uit Spanje. Omdat deze laatste zijn eigen categorie heeft, delen we deze niet in bij dit genre.
Een energieke mix van westerse muziek met Latijns-Amerikaanse en - steeds vaker - Oost-Europese stijlen. Geïnspireerd door de Engelse punkgroep The Clash begon het Franse Mano Negra vanaf halverwege de jaren tachtig flamenco, salsa, rai en reggae door hun nummers te verweven. Voorman Manu Chao noemde deze muziek Patchanka. De groep werd razend populair in West-Europa en Latijns-Amerika. Niet alleen door hun aanstekelijke muziek, maar ook door hun linkse kritische teksten. Vanaf de jaren negentig ontstonden vooral in Parijs en Barcelona veel bands die eenzelfde mix nastreefden van grenzeloze muzikale invloeden in combinatie met maatschappijkritische teksten. Toch wisten de meeste groepen een geheel eigen geluid te creëren. Ojos de Brujo, Dusminguet, Amparanoia en Macaco zijn de bekendste namen in het genre wat vanaf dat moment música mestiza zou heten. Na de eeuwwisseling wordt de muzikale mosterd ook steeds vaker uit Centraal- en Oost-Europa gehaald.