Herman van Veen (Utrecht, 1945) is eenn van die typisch Nederlandse kunstenaars wier werk zich bevindt op het kruispunt van theater, cabaret en luisterlied. De onvermoeibare alleskunner breekt in 1965 door met zijn theaterprogramma Harlekijn. Naast schrijver van veel liedjes, waaronder de hits Opzij en Hilversum III, is hij ook acteur, schilder en ambassadeur bij Unicef. In 1976 bedenkt Van Veen de eend Alfred Jodocus Kwak, die eerst opduikt in kinderboeken, maar in 1989 ook een eigen animatieserie krijgt. Van Veen is ook erg populair in Duitsland, waar hij onderscheiden werd met diverse prestigieuze prijzen.
Ontstaan uit de resten van de Amsterdamse groep Stampei, wist De Dijk tijdens de eerste Nederlandstalige golf begin jaren tachtig zijn eerste bekendheid te vergaren. Bloedend Hart was de eerste single waarop de rock-‘n-soul van de band tot volle wasdom kwam. De Amerikaans aandoende muziek kreeg een extra dimensie door de grootsteedse, romantische teksten van voorman Huub van der Lubbe. Tot de topgroepen hoorde De Dijk, dat zich vernoemde naar de beruchte Amsterdamse straat de Zeedijk, toen nog niet. Dat kwam pas jaren later, toen de groep zich door eindeloos op te treden een loyale aanhang had verworven, wat zich vertaalde in steeds betere verkoopcijfers voor de albums en de eerste echte top 40-hit in 1987 (Mag Het Licht Uit).
Samen met The Scene behoorde De Dijk tot de voorlopers van de tweede Nederlandstalige golf in de jaren negentig. Maar ook veel van de grote namen uit die tijd (Volumia!, De Kast) wist De Dijk uiteindelijk te overleven. Door regelmatig een ‘sabbatical’ in te lassen wist de band te voorkomen dat hij in een sleur terecht kwam. In 2006 vierde de band zijn 25-jarig jubileum met de gevleugelde woorden: We Beginnen Pas.
(bron: wikipedia)Marcel de Groot (Amsterdam, 27 december 1964) is een Nederlands zanger en gitarist. Hij is geboren uit het huwelijk van zanger Boudewijn de Groot en Anneke Versteeg.
De Groot werd vooral bekend door het nummer Mag ik naar je kijken uit 1995, geschreven door hemzelf en Henk Westbroek. Ook speelde hij een rol in de musical Tsjechov (1990/91) en presenteerde hij een jaar lang (seizoen 93-94) het muziekprogramma Music Scene voor RTL 5.
Vanaf 1993 trad hij met zijn eigen... meer
Liesbeth List (1941) brak door als zangeres in Shaffy Chantant, het cabaret van Ramses Shaffy. Shaffy zou als een rode draad door haar carrière lopen: samen scoorden ze een grote hit (Pastorale), ze speelden in diverse voorstellingen en beleefden samen hoogte- en dieptepunten. Naast de liedjes van Shaffy interpreteerde List ook werk van Jacques Brel, Mikis Theodorakis, Frank Boeijen en Edith Piaf. Voor de voorstelling Piaf (2008) kroop ze zelfs in de huid van de kleine Franse zangeres. List werd onder meer onderscheiden met een Edison (1971) en Gouden Harp (1988). In 2012 kondigde ze haar afscheidstournee aan.
Rob de Nijs breekt begin jaren zestig door met zijn band The Lords. Ze scoren in 1963 een grote hit met Ritme Van De Regen. Begin jaren zeventig werkt de zanger samen met Lennaert Nijgh, de vaste tekstschrijver van Boudewijn de Groot. De Nijs bewijst zich elk decennium opnieuw te kunnen uitvinden met een nieuw imago. Het vredeslied Alles Wat Ademt is een grote hit in 1986, maar het duurt tot 1996 voordat De Nijs zijn eerste nummer 1-hit scoort met de aanstekelijke meezinger Banger Hart.
(bron: wikipedia)Astrid Maria de Backer, beter bekend als Astrid Nijgh (Amsterdam, 16 april 1949), is een Nederlands zangeres en componiste. Ze is een contra-alt. In 1974 had ze in Nederland een hit met het lied Ik doe wat ik doe. Haar eerste echtgenoot was Lennaert Nijgh, met wie ze ook na hun echtscheiding veel samenwerkte.
Nijgh volgde vanaf haar dertiende een zangopleiding bij de bekende zangpedagoge Bep Ogterop. In folkclub De Waag in Haarlem ontmoette zij Lennaert Nijgh, met wie zij... meer
Er zijn maar weinig Nederlandse artiesten die meer charisma en energie in huis hadden dan Ramses Shaffy (1933–2009). De levenslustige liedjes die hij met zijn cabaret Shaffy Chantant zong, verwoordden het lentegevoel van de jaren zestig. De theatrale zanger / schrijver / acteur kende ook een aantal dieptepunten in zijn leven zoals zijn alcoholverslaving en een faillissement in 1970. Dat schreef hij overtuigend van zich af met nummers als We Leven Nog en Laat Me. Vanaf de jaren negentig trok Ramses zich terug uit het openbare leven, maar zijn invloed liet zich nog altijd gelden. Bekende artiesten als Maarten van Rozendaal en De Dijk zijn hoorbaar beïnvloed door Ramses.
Kleinkunstenaar Stef Bos maakt zich onsterfelijk met het liedje Papa uit 1991, dat menig vader en zoon een brok in de keel heeft bezorgd. Daarvoor is hij al enige tijd werkzaam als liedjesschrijver, vooral in Vlaanderen. Dat is ook het land dat hem als eerste omarmt, maar Nederland gaat uiteindelijk ook overstag. Toch blijft Bos een buitenbeentje in het Nederlandse theatercircuit. Liever slaat hij zijn vleugels uit, bij voorkeur naar Zuid-Afrika, waar hij vele muzikale rondreizen maakt en samenwerkt met lokale artiesten. Als in 2004 zijn eerste bundel met liedteksten verschijnt (Gebroken Zinnen), wordt er ook een Zuid-Afrikaanse versie op de markt gebracht. Hetzelfde gebeurt met zijn platen. Door Stefs betrokkenheid vindt de muziek van Zuid-Afrikaanse artiesten als Amanda Strydom en Johannes Kerkorrel ook voorzichtig weerklank in Nederland.