Guillaume de Machaut is één van de eerste componisten die zich bewust was van zijn eigen belang in de muziekgeschiedenis: aan het einde van zijn leven verzamelde hij zijn complete werk in een groot boek. Netjes geordend bevat dit bewaard gebleven handschrift naast al zijn composities ook 15 lange verhalende gedichten en ruim 250 lyrische gedichten. Machaut was niet alleen veelzijdig, maar ook uniek omdat hij commentaren bij zijn eigen werk schreef. Het bekendst is wel zijn ‘Messe de Nostre Dame’, de eerste mis die als één geheel is gecomponeerd. Verder heeft Machaut vooral wereldlijke muziek geschreven, in alle genres die toen gebruikelijk waren, zoals het chanson en de virelai. Zijn veelzijdigheid zorgde ervoor dat hij zich in zijn eigen tijd al een grote faam had verworven. Deze faam heeft zich voortgezet tot in onze tijd: Machaut wordt nog steeds gezien als een van de belangrijkste componisten in de Westerse muziekgeschiedenis. En als je zijn muziek beluistert is dat ook wel begrijpelijk. Een goed begin is de genoemde mis, en de motetten. (TC)
Het leven van Giacinto Scelsi is gehuld in een waas van geheimzinnigheid, waaraan deze Dali-achtige figuur overigens zelf heel wat heeft bijgedragen. Zo veranderde hij opzettelijk de data van zijn composities om musicologen te pesten. Zijn vroegere oeuvre werd bepaald door de toen heersende modes als futurisme, neoclassicisme en atonaliteit. In de late jaren 1940 schijnt hij echter een zenuwinzinking gehad te hebben, waarvoor hij een eigenaardige, maar effectieve therapie bedacht: het eindeloos herhalen op de piano van slechts enkele tonen. Hierdoor werd zijn oor geopend voor het mysterie van de klank, onafhankelijk van conventies, modes en toonsystemen. Veel van Scelsi's naoorlogse composities doen denken aan de omineuze signalen van een Tibetaanse hoorn. In de Quattro Pezzi bepalen de instrumentalisten zich per stuk tot slechts één toon, waarbij akoestische rafeltjes en microtonen geheel nieuwe dimensies ontsluiten. De spirituele bovenbouw van Scelsi's wereld werd gevoed door de theosofie van Gurdjieff , Blavatsky en de Hindoestaanse filosofie. Sclelsi zag zijn verblijfplaats Rome als de schakel tussen Oost en West, waarbij de grens precies door zijn werkkamer in zijn appartement aan het Forum Romanum liep. Vooralsnog waren Scelsi's composities experimenten in de marges. Gedurende de jaren 1980 kreeg zijn werk meer bekendheid, mede dankzij dirigenten als Jürg Wyttenbach. (HJ)
Pierre de la Rue was een echte Belg: geboren in Doornik/Tournai werkte hij in de eerste decennia van zijn leven in Brussel, Gent en Den Bosch, en hij zou in Kortrijk zijn laatste jaren slijten. In de tussentijd heeft hij echter slechts één werkgever en –plek gehad, aan de ‘Grande chapelle’ van het Habsburgs-Bourgondische hof. Hier ontwikkelde hij zich tot een bijzonder productief componist. Hij componeerde vooral een enorm aantal missen, maar ook motetten en chansons. In deze werken toont hij zich een virtuoos in contrapunt: het wemelt in de missen van de canons. Er zijn vierstemmige werken die uit één enkele melodie voortkomen! Verder componeerde De la Rue zowel één van de vroegste meerstemmige Requiems als een unieke cyclus van Magnificatzettingen in verschillende toonsoorten. Raar genoeg is Pierre de la Rue doorgaans wat minder bekend dan tijdgenoten als Josquin – maar zijn muziek leent zich uitstekend voor een lange grasduintocht, waarbij vele pareltjes te ontdekken zijn. (TC)
Samen met Arnold Schönberg en Alban Berg heeft Webern de basis gelegd voor een groot deel van de 20e-eeuwse muziek. Hij deed dat echter op een compleet eigen manier. Waar Berg nog een echte romanticus en Schönberg een echte expressionist was, ging Webern opvallend nieuwe wegen bewandelen. Natuurlijk was zijn muziek even atonaal als die van zijn vakgenoten, maar hij keerde zich op nog veel meer manieren af van de klassiek-romantische traditie. Zijn stukken zijn doorgaans kort, klein bezet en vooral erg leeg. Webern is dé man van de miniaturen geworden, en zijn Variaties voor piano op.27 zijn wellicht de beroemdste voorbeelden. In zijn rigide muziek is hij bovendien sterk beïnvloed door middeleeuwse muziek - iets waarin hij componisten als Arvo Pärt voorging. Maar Weberns muziek is niet zo warm als die van Pärt, maar een stuk koeler en afstandelijker. Webern creeërt een werkelijk eigen en nieuw muzikaal universum, waardoor zijn muziek ook nu nog steeds spannend klinkt. (TC)