De sequens is een belangrijk genre binnen het (late) gregoriaanse gezang. Het type zou zich ontwikkeld hebben vanuit het vrij en extatisch voort golvende Alleluja. Typerend voor de sequens is de paarsgewijze vormgeving: steeds twee strofen op een bepaalde melodie, daarna twee op een ‘vervolg'-melodie, en zo verder. De sequens groeide uit tot een populair genre. Aan het einde van de Middeleeuwen
… waren er honderden, zo niet duizenden in omloop. Het Concilie van Trente (1545 - 1563) maakte aan deze wildgroei een einde. Slechts vijf bleven er behouden: Lauda Sion, Stabat Mater, Victimae Paschali Laudes, Veni Sancte Spiritus en Dies Irae. Victimae Paschali Laudes werd zo de sequens voor Pasen. Het gezang is ook van belang vanwege de ontwikkeling van het Middeleeuwse liturgische drama. Het lied bevat namelijk een klein toneelstukje: een gesprek tussen Maria Magdalena en de gelovigen over de opgestane Christus. (HJ)meer