Bach hield zich in het laatste decennium van zijn leven geregeld bezig met muziek die geen direct praktisch nut had. Het leek wel alsof hij zich meer en meer bekommerde om de grondslagen van zijn muziek, alsof hij zijn vakmanschap wilde vastleggen in een aantal muzikale testamenten: Goldbergvariaties, Hohe Messe, Das Musikalische Opfer, Die Kunst der Fuge… De derde Clavierübung, gepubliceerd in
… 1739, markeert het begin van Bachs slotfase. Het boek bestaat grotendeels uit koraalbewerkingen, naar liederen zoals die toen tijdens het godsdienstonderricht werden gezongen. Muziekles was voor Bach dus net zoiets als catechisatieonderricht. Niet toevalligerwijs heeft het getal drie een belangrijke symbolische rol in Clavierübung III: God de Vader, God de Zoon, God de heilige Geest. Het openingspreludium draait om drie thema’s, net als de slotfuga. Het boek kent 27 delen, en dat is 3 x 3 x 3. (HJ)meer