Net als Liszt en Kodály behoort componist, pianist, dirigent en muziekpedagoog Ernö von Dohnányi tot de meest veelzijdige figuren uit het Hongaarse muziekleven. Naast fenomenaal pianist, gooide hij al vroeg hoge ogen met zijn composities, zoals het Pianokwintet opus 1. Niemand minder dan Brahms spaarde kosten nog moeite om het werk in Wenen uitgevoerd te krijgen. Dohnányi sloot vriendschap met
… violist Joseph Joachim en werd docent aan de Hochschule für Musik in Berlijn. In 1915 keerde hij terug naar Hongarije waar hij het Hongaarse muziekleven ingrijpend reorganiseerde. Belangrijk waren zijn inspanningen voor de toenmalige moderne muziek van onder meer Bartók, Kodály en Leo Weiner. Maar anders dan zijn jongere generatiegenoten sloeg Dohnányi in zijn eigen muziek geen nieuwe wegen in en concentreerde zich op de negentiende-eeuwse erfenis in veelal klassieke genres. Tot Dohnányi’s belangrijkste werken behoren de suite Ruralia Hungarica opus 32 en zijn kamermuziek. Als docent aan de Muziekacademie in Boedapest leidde hij generaties gerenommeerde musici op, met dirigent sir Georg Solti als zijn meest beroemde leerling. Tijdens de oorlogsjaren was Dohnányi samen met zijn zoon Hans en diens aangetrouwde oom Dietrich Bonhoeffer actief in het verzet. De kleinzoon van Dohnányi, Christoph is eveneens dirigent. (JWvR)meer