Van alle leerlingen van Louis Andriessen is Martijn Padding degene die nog het meest consequent doorcomponeert in de trant van de Haagse School. Anders dan zijn leraren heeft hij de romantiek niet demonstratief de rug toegekeerd, maar zoekt juist de confrontatie op. Voor het Maarten Altena Ensemble componeerde Padding Nicht Eilen, Nicht Schleppen (1993). Hierin refereert hij direct aan de muziek
… van Gustav Mahler, maar dan op een vileine manier, met klanken die op het randje zitten die nog met Mahler te maken hebben. Zo toonzette Padding ook Mahlers karakteristieke partituuraanwijzingen als ‘nicht eilen’, ‘nicht schleppen’ of ‘wie eine Vogelstimme’. Het titanenorkest is vervangen door een klein enkelbezet ensemble met vele ‘exoten’ zoals elektrische gitaar en blokfluit. Hiermee gaat hij een aantal kenmerkende Mahlercitaten te lijf (zoals het openingsmotief uit de Tweede Symfonie): muzikale gestes worden opgebouwd om ze vervolgens weer af te breken. Ook een buitenmuzikale karakteristiek van Mahler heeft Padding opgenomen in de instrumentatie: hij stotterde wanneer hij boos was. (JWvR)meer