Met de Große Fuge van Beethoven begon de moderne muziek. Zelfs nu nog is het slikken voor de onervaren luisteraar, want de krankzinnige woestheid van de krassende en piepende strijkers is op het eerste gehoor nauwelijks te bevatten. Pas na herhaald luisteren kan men deze onverteerbare massa behappen. Eenmaal in de woestenij doorgedrongen, verbaast men zich erover dat men oases ziet waar men eerst
… slechts puin en stof meende te ontwaren. Beethoven componeerde de Große Fuge als finale voor zijn Strijkkwartet in B-dur op.130. Voor het publiek bleek een dergelijk kolossaal sluitstuk wel wat veel van het goede te zijn. Waarop Beethoven een nieuwe finale voor dit kwartet schreef, terwijl de Große Fuge een eigen leven ging leiden als op.133. (HJ)meer