In de Douze Études exploiteerde Debussy op systematische wijze de pianotechniek: ‘pour les cinq doigts’, ‘pour les tierces’, pour les quartes’… ‘pour les agréments’, ‘pour les notes répétées’… Deze speelmanieren waren veel meer dan een stel droge technische oefeningen in vingergymnastiek. Ze vormden tevens de ‘triggers’ voor een reeks uitgekiende experimenten met
… pianoklank en sonoriteit. Van sommige van deze klanksculpturen vond Debussy zelfs dat ze het beste van de Japanse prentkunst in de schaduw stelden. En dat was geen geringe lof, ook al was het eigen lof. De componist was namelijk verzot op dit soort prenten. (HJ)meer