Volgens kenners behoort Shostakovich’ gigantische Zevende Symfonie niet eens tot diens allerbeste werken; de populariteit moet dan ook gezocht worden in de omstandigheden waaronder het werk tot stand kwam. Shostakovich schreef zijn Zevende in 1941 tijdens de belegering van Leningrad, waarna de première plaats vond in Moskou. Van partituur werd een microfilm gemaakt, die via allerlei omwegen het
… Westen bereikte. In New York vochten Stokowski, Koussevitzky en Toscanini om de eer wie de Amerikaanse première mocht geven. Uiteindelijk won Toscanini, maar hij was daarmee niet de eerste westerse dirigent die de symfonie ter hand had genomen. Enige weken daarvoor verzorgde Henry Wood een opname voor de BBC, als herdenking van het feit dat Rusland een jaar daarvoor in de oorlog betrokken was geraakt. Dankzij deze geschiedenis kennen we de Zevende als de Leningrad-symfonie, waarmee wereldwijd getuigenis werd afgelegd van de moed en vaderlandsliefde van het Russische volk. Een andere reden voor de populariteit van deze muziek heeft te maken met de zogenaamde ‘invasie episode’ (wat overigens geen typering van de componist is!). Zo’n 12 maal herhaalt Shostakovich een tamelijk onbenullig deuntje. Bij iedere herhaling neemt de klank in omvang toe (vergelijkbaar met de Bolero van Ravel), waardoor het brutale niemendalletje uitdijt tot een angstaanjagende nachtmerrie. (HJ)meer