Sjostakovitsj’ Vijftiende Symfonie lijkt op het eerste gehoor glashelder. Bij nadere kennismaking wordtde muziek echter alleen maar raadselachtiger. Het eerste deel heeft de vrolijkheid van de kinderkamer,met referenties aan Rossini’s Guillaume Tell. De finale eindigt echter kaal en sinister, alsof medischeapparatuur de laatste minuten van de doodzieke componist wegtikt (aldus Kurt Sanderling).
Maarwat betekent dat citaat uit Guillaume Tell, of uit Wagners Walküre en Tristan? Wat te denken van deallusies aan Tsjaikovski, Mahler en aan Sjostakovitsj’ eerdere symfonieën? En wat wilde de componistzeggen met dat grimmige negentonige akkoord? Is het een verwijzing naar de beroemde dissonantvan Mahlers Tiende Symfonie? Het zijn talloze raadsels, zoals ook Sjostakovitsj' levensbeschrijving talloze raadsels oproept. (HJ)meer