Mahlers Tweede Symfonie is één van de langste werken die hij schreef, en bij vlagen ook wel één van zijn meest pathetische. Hij schreef het tussen zijn 28e en 34e, en vooral het laatste deel heeft een jeugdige bravoure en ambitie die ongekend was, maar vrolijk is het niet. Met deze mega-symfonie grijpt Mahler duidelijk terug op de Negende van Beethoven. Net als daar draait dit stuk om een
… dramatische ontwikkeling van een duistere existentie naar een verlichte utopie. Deze grote lijn heeft mede geleid tot de niet van Mahler afkomstige bijnaam ‘Auferstehung’ (opstanding) voor de symfonie. Maar Mahler gaat nog een behoorlijk tandje verder dan Beethoven, met een gigantisch orkest en een apart orkest buiten de zaal. En dit zogenaamde ‘fernorchester’ zorgt voor één van de bijzonderste momenten in deze symfonie: midden in het laatste deel lijkt het werkelijk alsof er, à la Ives, een harmonieorkest voorbij komt wandelen. Samen met de ongegeneerde pathos van dit werk hebben zulk soort ‘special effects’ er voor gezorgd dat de Tweede ook één van Mahlers populairste symfonieën is geworden. (TC)meer