De Prélude à l'après-midi d'un faune is een vrije fantasie over het gelijknamige gedicht van Mallarmé, dat verhaalt over een faun en zijn dagdromen op een zwoele namiddag. De muziek beschrijft het gedicht niet letterlijk, maar ze schetst een algehele atmosfeer van luchtige nostalgie en zachte dromerigheid. Alleen al de openingsmelodie zette de toen geldende principes op losse schroeven: er klinkt
… slechts één instrument, de fluit, symbool van de dromende faun. De melodie daalt en stijgt, als een meeuw die zich laat mee wiegen op de golven. Ze krult en wentelt zich lustig als een arabeskversiering op de muur van een Moors paleis. Dan valt het orkest in. De samenklanken zijn rijk en vol, vanwege de warme kleuren van de houtblazers (fluiten, althobo) en de hoorns, en de afwezigheid van luidruchtige blaas- en slaginstrumenten. Als in een droom kabbelt de mysterieuze en exotische muziek verder. (SvdP)meer