Richard Wagner noemde Beethovens Zevende Symfonie de ‘apotheose van de dans’ en doelde daarmee op de intense ritmische kracht van dit stuk. Beethovens compositietechniek, die bestaat uit het steeds weer herhalen en variëren van korte pregnante ritmische motieven, is in dit werk tot het uiterste doorgevoerd. In het eerste deel kan de luisteraar hier en daar nog op adem kan komen, maar in de
… laatste twee delen boldert de muziek voort met een ongekende demonische stuwkracht. Daarmee vormen ze een scherp contrast met het tweede deel, dat een van Beethovens meest geslaagde melodieën bevat. Bij de eerste uitvoering maakte dit deel zoveel indruk, dat het op verlangen van het publiek direct herhaald moest worden; iets wat bij geen enkele andere première van Beethovens symfonieën is voorgekomen. (JvG)meer