In 1990 werd de naar Supermans vriendinnetje vernoemde band Loïs Lane een gouden toekomst toegedicht. De groep scoorde hits met nummers als Amsterdamned, It’s The First Time en Fortune Fairytales. Blikvangers van de groep zijn de zingende zussen Monique en Suzanne Klemann. Ook Prince viel voor de uitgekiende mix van soul, pop, disco en rock van Loïs Lane en nodigde de groep uit om het voorprogramma van zijn concerten te verzorgen. Vanaf 1996 deed de Loïs Lane het rustiger aan, al blijft de groep wel optredens geven. In 2013 keerde de groep verrassend terug met het album As One.
Als één van de weinige bands van haar generatie weet Live het grote gebaar terug te brengen in de popmuziek. Door deze kwaliteit wordt Live vaak vergeleken met U2, al heeft de band muzikaal meer weg van REM en de Beatles. Het vermogen grote massa's te bespelen maakt de groep tot de ideale festivalband. Zanger en songschrijver Ed Kowalczyk schrijft meeslepende rocksongs met als belangrijkste doel het publiek te inspireren. Deze bijna messiaanse aspiraties maken hem een makkelijk doelwit voor de critici. Feit is dat een goed concert van Live een bijna spirituele ervaring is. Het publiek draagt Live ondanks de kritiek op handen, waardoor een plek op Pinkpop 2002 meer dan terecht is. Daarnaast staat de band geprogrammeerd op zowel de edities 2002 als 2003 van Lowlands. (MS)
Band van broer en zus Bettens uit het Vlaamse Kapellen die tussen 1995 en 2003 de sterrenstatus bereikt. Albums Paradise In Me en Cocoon Crash staan hoog in de albumlijsten en de band speelt op alle podia in binnen- en buitenland. Het geluid van de band is stevig, met name door het gebruik van drie gitaristen. In 2000 verschijnt het voorlopig laatste album, Almost Happy en in 2003 stopt de band ermee. In 2010 verschijnt er plots nog een album, Echo Mountains, gevolgd door een succesvolle tour. Zowel Gert als Sarah Bettens hebben hun eigen carrière. Sarah Bettens woont al sinds jaar en dag in de Verenigde Staten en Gert werkt vanuit België, met zijn band Woodface.
(bron: wikipedia)Portishead is een Britse triphopband uit Bristol, vernoemd naar het gelijknamige stadje dat in de buurt van Bristol ligt. De band is opgericht in 1991 door Geoff Barrow en Beth Gibbons en bestaat verder uit Adrian Utley en Dave McDonald. Portishead maakt een stijl van triphop met invloeden uit folk en jazz en de sfeer van oude spionagefilms. Ook introduceerde Portishead het groepsmodel van een triphopgroep met een zangeres als middelpunt, vergelijkbaar met groepen als Moloko, Morcheeba, Hooverphonic en London... meer
Golden Earring is een instituut binnen de Nederlandse rock. Begonnen als Haags beatbandje (The Golden Earrings) begin jaren zestig, transformeerde de groep in de jaren zeventig tot een geoliede rockmachine, die als voorprogramma van The Who toerde en in 1974 een Amerikaanse top tien hit scoorde met Radar Love. Dat huzarenstukje herhaalde Golden Earring ( met ingekorte naam) nog eens met Twilight Zone (1982), maar door zich niet de Verenigde Staten te willen vestigen bleef een definitieve doorbraak uit. In de jaren negentig bewees de band opnieuw zich handig aan trends aan te kunnen passen, door aan te haken bij de akoestische Unplugged-rage die in gang was gezet door MTV. Het album The Naked Truth bracht Golden Earring in een geheel nieuw circuit: dat van de Nederlandse theaters. In het nieuwe millennium lijkt de tijd van singlehits definitief voorbij, al blijft de band een vaste waarde in het live circuit, met een optreden in het Rotterdamse Ahoy' als jaarlijks hoogtepunt.
The Scorpions zijn één van de belangrijkste muzikale exportproducten van Duitsland. Vanaf het midden van de jaren zeventig speelde de band melodieuze hardrock en was daarmee van invloed op zowel ‘hair metal’-bands als Mötley Crüe als agressievere artiesten zoals Metallica en Megadeth. De power ballad Wind Of Change, over de Koude Oorlog, werd in 1989 een internationale hit. Er werden wereldwijd een paar miljoen exemplaren van de single verkocht.
Herman Brood is de enige echte rockster die ons land ooit kende. Een man die buiten de wet leek te staan, alles deed wat God verboden had, en zo een rolmodel werd voor iedereen die zich in een keurslijf gestopt voelde. Herman Brood leerde het vak als pianist in bluesbands, waarvan Cuby & The Blizzards de bekendste was. Met zijn band The Wild Romance groeide hij eind jaren zeventig uit tot een heus tieneridool. Hij scoorde toen ook zijn belangrijkste hits: Saturday Night, Hot Shot, Never Be Clever en zijn lijflied Rock ’n Roll Junkie. Na een mislukt avontuur in Amerika en steeds terugkerende problemen met drugs namen zijn productiviteit en inspiratie snel af. Ook toen hij zijn muzikale relevantie al lang verloren was bleef hij veelvuldig in de media opduiken. Als schilder werd hij minstens zo populair als muzikant, al werd zijn werk door de kunstcritici nauwelijks op waarde geschat. Toen zijn gezondheid door zijn jarenlange verslaving snel achteruit ging, pleegde hij in 2001 zelfmoord door van het Amsterdamse Hilton hotel te springen. Zijn leven las als een jongensboek - en de boeken die zijn boezemvriend Bart Chabot over hem schreef hadden precies die charme – maar zijn macabere einde verraadde alsnog de werkelijke tragiek van zijn leven.