Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Verwarrende term: in essentie de gebruikelijke afkorting van rhythm & blues, maar vanaf de jaren negentig gemeengoed geworden als stijlaanduiding van wat eerder swingbeat en new jack swing heet: de eigentijdse variant van soul, waarbij meerstemmige zang, ballades, een gladde productie en elektronische begeleiding belangrijke kenmerken zijn. Door het inpassen van raps en beats wordt de scheidslijn met hiphop echter regelmatig overschreden. Met name zwarte Amerikaanse artiesten als R Kelly, Toni Braxton en Destiny’s Child leidden met hun vocale kracht de r&b eind jaren negentig en in de jaren nul naar de top van de popmuziek.
Overkoepelende term voor alle uit de punk en new wave ontsproten rockmuziek die zich buiten de mainstream om ontwikkelt, parallel aan bijbehorende subculturen. Omvat zeer uiteenlopende stromingen, waaronder britpop, gothic, grunge, industrial, lo-fi, noise en postrock. Ook new wave zelf valt doorgaans onder deze noemer. Als tegenhanger van 'mainstream' wordt alternative of indie (independent = onafhankelijk) gekenmerkt door meer artistieke en inhoudelijke intenties, boven commerciële bedoelingen en sterrenstatus. Dat begon met undergroundbands als The Velvet Underground, The Doors en The Stooges die in de sixties hun eigen, meer persoonlijke invulling begonnen te geven aan popmuziek. Via artrock en pubrock barstten in 1977 punk en new wave los. Niet alleen de energie en het straatgevoel, maar ook het D.I.Y. (do it yourself) denken bleven hangen.