Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
De term ‘avantgarde’ stamt uit het leger. Het is een benaming voor de troepen, die als eersten onbekend terrein verkennen. De term duikt ook op in de kunst en geldt zowel in jazz als klassieke muziek als benaming voor de meest gedurfde stijlen. In popmuziek spotten avantgarde-artiesten met de wetten van popliedjes. Hoewel een avantgarde-componist het liefst zonder regels werkt, zijn afwijkende ritmes en toonsoorten in zijn muziek eerder regel dan uitzondering. De jaren zestig waren een gouden tijd voor de avantgarde. Veel rockbands improviseren er op los. Artiesten als Frank Zappa, Captain Beefheart en Soft Machine stoeiden met free jazz en atonale muziek. Avantgardisten pikken ook als eerste nieuwe instrumenten (synthesizers) en technieken (cut-up, sampling) op.
Levensfilosofie met bijpassende muziek. New age (= nieuwe tijd) gaat uit van schoonheid, rust en innerlijke harmonie en lijkt vooral een amalgaam van alternatieve religies. De beweging ontstaat aan het eind van de jaren zeventig in de Verenigde Staten als de hippies uit de jaren zestig dertigers zijn geworden. De muziek vindt vooral zijn weg langs alternatieve kanalen als de reformwinkel en de universiteitswinkel. New age muzikanten laten zich inspireren door ambient, symfonische pop en klassieke muziek. De muziek, die een laag tempo heeft, kenmerkt zich door synthesizertapijten en atmosferische zang. In de alternatieve geneeskunde wordt veelvuldig gebruik gemaakt van new age muziek, bijvoorbeeld bij ontspanningsoefeningen.
Gangbare afkortingen voor progressi(e)ve rock en symfonische rock: aan het eind van de jaren zestig ontstane mengvormen van pop en rock met klassieke muziek, avant-garde en jazz, gekenmerkt door lange songs met veel tempo- en maatwisselingen en het gezichtsbepalende gebruik van toetseninstrumenten, vooral de synthesizer. Groepen als Pink Floyd, Yes en Genesis hangen hun platen op aan ambitieuze concepten en optredens zijn spectaculaire massabijeenkomsten. Een belangrijke deelstroming is krautrock of kosmische Musik. Deze ontstaat in Duitsland als groepen op zoek gaan naar muziek die niet belast is door het verleden. Groepen als Can, Neu! en Faust breken niet commercieel door maar zijn van grote invloed op latere alternatieve en progbands. Vanaf eind jaren zeventig is er ook sprake van een meer op hardrock en metal georiënteerde richting. Vanaf 2000 is dat zelfs de dominante richting in het genre, met Dream Theater als trotse vaandeldrager.