Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Instrumentale muziek, meestal gemaakt met elektronische instrumenten, soms ook aangevuld met omgevingsgeluiden. De uitgesponnen muziek wil een rustgevend effect hebben op de luisteraar. De term werd bedacht door Brian Eno, die zocht naar een muziekstuk waar je ‘in en uit kon stappen zonder iets te missen’. De structuren van een popliedje ontbreken daarom in ambient. Eno’s ambient-platen uit de late jaren zeventig gelden nog altijd als klassiekers. Naast Brian Eno speelden Duitse pioniers als Klaus Schülze een belangrijke rol. In de jaren negentig ontstond ‘ambient house’ met namen als The Orb en de Noorse producer Biosphere, die ooit een stuk schreef die kabbelende elektronica met natuurgeluiden uit het poolgebied combineerde. Ambient was van invloed op latere genres als downtempo, lounge en idm/electronica.
Singer/songwriters zijn hoofdzakelijk door folk en/of country geïnspireerde troubadours, wier werk voornamelijk persoonlijk en bespiegelend van aard is. Ze opereren vrijwel altijd alleen, en maken ook in de studio slechts spaarzaam gebruik van instrumentale begeleiding, vaak bestaande uit niet meer dan akoestische gitaar of piano. Hun zelfgeschreven nummers zijn in tegenstelling tot die van folkartiesten minder traditioneel en gaan hoofdzakelijk over zichzelf. Voordat Bob Dylan zijn intrede deed was het binnen de popmuziek normaal dat zangers en zangeressen hun liedjes kochten van uitgeverijen die op hun beurt de nummers lieten schrijven door professionele liedjesschrijvers. Dylan liet zien dat een schrijver best zijn eigen liedjes kon zingen en als moderne bard succesvol door het muzieklandschap kon trekken. Opvallend is dat de rustieke singer/songwriter juist in het digitale tijdperk (vanaf midden jaren negentig) populairder lijkt dan ooit tevoren.