Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Gesyncopeerde, strak gespeelde dansmuziek, eind jaren zestig voortgekomen uit een samengaan van eerdere zwarte muziekvormen als jazz, rhythm & blues en soul. Het ritme, vastgelegd in de groove, en met een hoofdrol voor de basgitaar, is allesoverheersend. James Brown wordt vaak aangewezen als een van de eerste soulartiesten die de groove een prominente rol gaf. Bands als Parliament en Sly & The Family Stone werkten deze stijl verder uit. Naast ritmische kenmerken deelt funk ook het gebruik van bijzondere akkoorden met de jazz. Funk had grote invloed op hiphop en r&b, maar ook bij rockartiesten zoals de Red Hot Chili Peppers en Living Colour hoor je duidelijke funkinvloeden terug.
World fusion is de mengvorm van jazz en wereldmuziek en/of volksmelodieën. Te denken valt aan de combinatie van jazz met Afrikaans (bijv. Manu Dibango), jazz met Indiase muziek (bijv. Shakti en Trilok Gurtu) en jazz met muziek uit het Midden-Oosten (bijv. Rabih Abou-Khalil). Onder world fusion valt ook de folk jazz, waarin volksmelodieën het uitgangspunt vormen voor improvisaties, bijvoorbeeld in het werk van Jan Garbarek. Apart onderscheiden stijlen binnen de world fusion zijn latin jazz en bossa nova/brazilian jazz.