Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Americana (of roots) is de verzamelnaam voor alle muziek die de blanke Amerikaanse volksmuziek van begin vorige eeuw als inspiratiebron heeft. Het muzikale idioom van americana ligt dicht tegen country en folk aan. Country is in de regel iets commerciëler dan americana, dat zijn oorsprong heeft in de ‘outlaw country’ van de jaren zeventig als Johnny Cash en Willie Nelson zich afzetten tegen het gladde countrygeluid dat in Nashville wordt gemaakt. In americana is het schrijven van eigen materiaal een pre en daarin onderscheidt het zich van folk. Vernieuwing staat in de rootswereld vaak gelijk aan het opnieuw interpreteren van de stijl van de grondleggers. Moderne invloeden worden daarbij maar mondjesmaat toegepast. De zogenaamde ‘alternative country’-artiesten beschouwen zichzelf als deel van een lange traditie en het respect voor de iconen van het genre is groot.
Religieuze, meerstemmige muziek, gekenmerkt door vraag- en antwoordspel tussen voorzanger en congregatie, een opzwepende opbouw en dito instrumentale begeleiding. Gospel vormt samen met seculiere stijlen als blues en jazz de basis van rhythm & blues en soul. Omdat gospel zelf ook elementen van blues en jazz bevat, werd het genre toen het opkwam begin twintigste eeuw met argusogen bekeken door vrome gelovigen. De muziek werd zelfs even bestempeld als duivels. Pleitbezorgers als Thomas A. Dorsey (1899-1993) zorgden ervoor dat gospel alsnog werd omarmd door de kerk. Vanuit de Verenigde Staten werd gospel uiteindelijk over de hele wereld verspreid. Vooral de gospelkoren in Afrika ontwikkelen een uniek geluid.