In 1876 werd de eerste synthesizer gemaakt en sindsdien is er geëxperimenteerd met elektronica in muziek, vooral na de Tweede Wereldoorlog. In Frankrijk ontstond de ‘Musique Concrète’, muziek waarin met opgenomen, herkenbare klanken een soort geluidsfilms werden gemaakt. Aartsvaders hiervan zijn Pierre Schaeffer en Pierre Henry, bekende componisten zijn François Bayle en later Francis Dhomont. In Duitsland begon de elektronische muziek in de radiostudio’s. Werner Meyer-Eppler en Herbert Eimert legden de basis, maar Karlheinz Stockhausen werd de echte ‘ster’. Hij bouwde letterlijk zelf de klanken op, vanuit sinustonen en ruisklanken. Naast Stockhausen was G.M. Koenig zeer belangrijk voor deze traditie. Tegenwoordig worden ‘concrete’ en elektronische klanken meestal gecombineerd. Naast ‘tapemuziek’ (waar geen uitvoerenden aan te pas komen) wordt ook live elektronische muziek gemaakt, vaak in combinatie met traditionele instrumenten.
meer