Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Gesyncopeerde, strak gespeelde dansmuziek, eind jaren zestig voortgekomen uit een samengaan van eerdere zwarte muziekvormen als jazz, rhythm & blues en soul. Het ritme, vastgelegd in de groove, en met een hoofdrol voor de basgitaar, is allesoverheersend. James Brown wordt vaak aangewezen als een van de eerste soulartiesten die de groove een prominente rol gaf. Bands als Parliament en Sly & The Family Stone werkten deze stijl verder uit. Naast ritmische kenmerken deelt funk ook het gebruik van bijzondere akkoorden met de jazz. Funk had grote invloed op hiphop en r&b, maar ook bij rockartiesten zoals de Red Hot Chili Peppers en Living Colour hoor je duidelijke funkinvloeden terug.
Vocale jazz is iedere jazzstijl, waarin de menselijke stem de hoofdrol speelt. In tegenstelling tot de instrumentale jazz zijn het de vrouwen die de vocale jazz domineren. Toen de jazz als stijl was geboren, eisten ze een plaatsje op in de frontlinie van bands van pioniers als Louis Armstrong (Lil’ Hardin) en Duke Ellington (o.a. Ivie Anderson). Tijdens de swing-periode kwamen twee zangeressen op die tot op de dag van vandaag hun stempel op de vocale jazz drukken: Billie Holiday en Ella Fitzgerald. Fitzgerald zong niet alleen haar liedjes, maar gebruikte haar stem ook om te scatten, een techniek waarmee de stem wordt gebruikt om woordeloos te improviseren zoals een muziekinstrument dat zou doen. Louis Armstrong, die in zijn vroege periode de blues zowel speelde (trompet) als zong, was één van de eerste zangers die die techniek ontwikkelde. In de jaren ‘40 ontwikkelde Eddie Jefferson de zogenaamde vocalese, door teksten te schrijven op (beroemde) instrumentale jazzcomposities en -improvisaties. Een vreemde eend in de bijt was Frank Sinatra die niet alleen een popidool was, maar door velen ook wordt beschouwd als de beste mannelijke jazzvocalist aller tijden. Moderne crooners als Jamie Cullum en Michael Bublé zetten die lijn voort. Naast individuele jazzzangeressen en -zangers zijn er nog de zanggroepen, bijvoorbeeld Lambert/Hendricks /Ross, Manhattan Transfer en Take 6.