Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
In de Cariben en VS ontwikkelde dansmuziek. Salsa ontstond in de jaren zestig in New York, toen Latijns-Amerikaanse immigranten mambo, latin jazz, Puertoricaanse plena en Cubaanse son samensmolten tot een nieuw, uiterst dansbaar geheel. Het waren vooral de Puertoricaanse zangers die hierbij een voortrekkersrol speelden. Omdat veel Cubanen dit aanvankelijk zagen als een gijzeling van hun nationale muziek, de son, weigerden zij halsstarrig de term salsa in gebruik te nemen. Inmiddels is het woord ingeburgerd. Drijvende kracht achter de promotie van de salsa was het label Fania. Veel van hun artiesten, zoals Celia Cruz, Willie Colón, Eddie Palmieri, Hector Lavoe en Tito Puente, groeiden uit tot de grootste sterren die het genre gekend heeft. Samen vormden zij de Fania All Stars. Veel teksten uit de Fania-tijd gingen over de problemen die de zangers als Latijns-Amerikaanse immigranten tegenkwamen. Nu is het grootste gedeelte van salsa pure feestmuziek. Op Cuba ontwikkelde zich een vergelijkbare stroming, met de naam timba. Deze muziek heeft ook de son als hoofdingrediënt, maar kent ook invloeden uit salsa, rock en hiphop. Bands als Los Van Van, Irakere en NG La Banda stonden aan de basis hiervan.
Een combinatie van West-Afrikaanse met Afro-Amerikaanse muziek, ontstaan in Nigeria in de jaren zestig van de vorige eeuw. Grondlegger van het genre was de Nigeriaanse saxofonist, toetsenist en bandleider Fela Kuti (1938-1997). Hij vermengde traditionele Nigeriaanse percussie met Amerikaanse funk en jazz - James Brown was een grote inspiratiebron - en doopte dit mengsel afrobeat. Belangrijk was ook de rol van zijn drummer Tony Allen, zonder wie volgens Kuti 'de afrobeat nooit had bestaan'. De teksten van Kuti waren sterk politiek getint, waardoor hij regelmatig in de problemen kwam met het Nigeriaanse regime. Afrobeat kende zijn hoogtijdagen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Vooral in Nigeria, maar ook in andere West-Afrikaanse landen zoals Ghana en Kameroen. Na het overlijden van Fela Kuti namen zijn zoon Femi Kuti, en zijn drummer Tony Allen de fakkel over. In de Verenigde Staten zorgde de in 1998 gevormde band Antibalas voor hernieuwde interesse in de afrobeat.