Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Klezmer en Ladino zijn twee verschillende verschijningsvormen van traditionele Joodse muziek. De diaspora van het Joodse volk heeft ervoor gezorgd dat ook in zijn muzikale tradities verschillende stromingen zijn ontstaan, namelijk klezmer- tegenover ladinomuziek. De dansmuziek klezmer werd gespeeld door Oost-Europese Joden en toont veel overeenkomsten met volksmuziek uit die regio: de dynamiek, tempowisselingen en zigeunerachtige melodieën. Na de Tweede Wereldoorlog vluchtten veel Joden naar de Verenigde Staten. Daar ontstond een nieuw centrum van de klezmer. Het zou nog tot de jaren tachtig duren voordat deze opzwepende muziek zou worden herontdekt in Europa. De Sefardische Joden, die nadat ze van het Iberisch schiereiland waren verjaagd in verschillende landen rond de Mediterraanse zee terecht zijn gekomen, kenden hun eigen muziek, die met de term 'ladino' wordt aangeduid en eveneens staat voor de taal die zij spreken. Dit Ladino is een soort Romaanse tegenhanger van het Jiddisch. Ladino als genre is net zo divers als de landen waarin de Sefardische Joden terecht zijn gekomen. Zo kent het onder andere invloeden uit Marokkaanse, Turkse, Griekse, Spaanse en Balkan muziek.