Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
West-Afrikaanse dansmuziek, die voortkomt uit een cocktail van lokale en Europese ingrediënten. Highlife ontstond aan het begin van de twintigste eeuw in Ghana. Europese zeemansliederen, kerk- en legermuziek versmolten met de traditionele ritmes en melodieën die langs de kust werden gespeeld. Uit deze cocktail ontstonden twee stromingen: de eerste werd door blaasorkesten gespeeld in elitaire danssalons (vandaar de naam highlife). Een simpeler vorm werd gespeeld door de minder welgestelden. Met hun gitaarbands speelden zij een vorm die minder westers georiënteerd was. In de loop der tijd heeft highlife constant nieuwe invloeden opgenomen. De dansstroming werd beïnvloed door jazz, swing en Caribische rumba en calypso. De gitaarbands verruilden hun akoestische instrumenten voor een popgroepbezetting. Bloeiperiodes waren er halverwege de twintigse eeuw met highlife dansbands als E.T. Mensah en de Ramblers en in de jaren zeventig met gitaarbands als Sweet Talks, A.B.Crentsil en Osita Osadebe. Het genre heeft zich dan al verspreid over Ghana, Nigeria, Sierra Leone en in mindere mate Congo. Na de jaren tachtig nemen reggae, gospel en hiphop sterk in populariteit toe. Highlife leek daarmee zijn langste tijd gehad te hebben.