Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Het kinderlied kent een lange traditie die eeuwen teruggaat. Oude volksdeuntjes, met eenvoudige teksten en melodieën, worden sinds mensenheugenis van ouder op kind overgedragen. De liedjes worden thuis, in de klas en op straat gezongen, bij feesten en vieringen, voor het slapen gaan en bij spelletjes. Hoewel die mondelinge overlevering nog steeds bestaat, heeft de radio en vooral de televisie die rol sinds de jaren 1970 deels overgenomen. Kindermuziek wordt dan gekoppeld aan kindertelevisieseries, zoals Kunt U Mij De Weg Naar Hamelen Vertellen Meneer? en Oebele. Ook educatieve programma’s als Sesamstraat en Het Klokhuis zijn productief in het maken van nieuwe kindermuziek. Jonge kinderen hebben zo al vroeg hun eigen idolen. Latere trends zijn kindermuziek door popgroepen (V.O.F. de Kunst), kinderhouse (Irene Moors & De Smurfen), kinderwereldmuziek (Samba Salad) en zelfs opera voor kinderen (Frank Groothof).