Mulatu Astatke (1943) is een unieke figuur binnen de Ethiopische muziek. De pianist vertrok als 17-jarige student naar Londen (en later naar New York) en kwam in die steden in contact met jazz, pop en Caribische muziek. In de jaren zeventig keerde hij terug naar Ethiopië waar hij één van de belangrijkste spelers was in wat later ‘swinging Addis’ ging heten. De Ethiopische hoofdstad bruiste van muziek en de swingende ‘Ethio-jazz’ van Astatke vormde de soundtrack. Buiten Ethiopië was Astatke amper bekend. Dat veranderde toen zijn muziek in 1998 opnieuw werd uitgebracht op een Frans label. Eén van zijn nummers dook op in de film Broken Flowers (2005). Astatke toerde daarop een paar keer de wereld over waarbij de pianist ook Nederland aandeed, en nam een album op met de jonge Amerikaanse groep The Heliocentrics.
Vanaf de jaren zestig groeide de Zuid-Afrikaanse zangeres Mariam Makeba uit tot dé stem die zich verzette tegen het Apartheid-regime van haar vaderland. Na een optreden in Italië besloot ze niet terug te gaan en leidde ze een zwervend bestaan over de hele wereld. Met haar teksten en muziek profileerde de zangeres zich als zwart en zelfbewust. Haar huwelijk met Black Power-voorman Stokeley Carmichael zorgde voor opschudding in de Verenigde Staten en het echtpaar verhuisde naar het West-Afrikaanse Guinee. Na de val van het Apartheid-regime werd de zangeres binnengehaald als een teruggekeerde koningin. Die aandacht én haar samenwerkingen met Harry Belafonte, Paul Simon en Nina Simone zorgden er voor dat Makeba ook in het Westen onder de aandacht van een groot publiek kwam. Ze overleed op 10 november 2008 op 76-jarige leeftijd aan in hartaanval na een optreden in Italië.
Als een waarzegster haar vroeger een toekomst als wereldberoemde zangeres zou hebben voorspeld, zou Cesaria Evora (1941-2011) haar voor gek hebben verklaard. Uit een muzikale familie kwam ze echter wel, want troubadour B. Leza was haar oom. Geboren en getogen op São Vicente, lukte het Evora al op jonge leeftijd brood op de plank te brengen door in nachtclubs in de havenstad Mindelo te zingen. Maar de handel zakte in, zeker nadat Kaapverdië in 1975 onafhankelijk werd. Musici moesten emigreren of ander werk zoeken. Evora bleef in Kaapverdië om met allerhande baantjes haar familie te onderhouden. Pas in 1985 ging de toen vijfenveertigjarige zangeres weer zingen. Een incidenteel reisje naar Portugal om daar twee nummers op te nemen zou de doorstart betekenen naar een grootse internationale carrière. De in Frankrijk wonende Kaapverdiaanse producer José da Silva ontdekte haar en opende de deur naar een carrière in Europa. Evora's geniale bandleider Paulino Vieira maakte de Kaapverdiaanse muziek toegankelijker voor een internationaal publiek door aan de morna elementen toe te voegen uit de jazz, soul, latin en blues. Evora brak door met het album La Diva Aux Pieds Nus (De Diva Op Blote Voeten, 1988). Evora bezit een warme, doorleefde altstem waarmee ze luisteraars moeiteloos meesleept in een gemoedstoestand van melancholie en heimwee. (SvdP)