Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Verzamelnaam voor de Engelse en Amerikaanse amusementsmuziek uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Deze muziek geldt als de voorloper van de popmuziek en werd geschreven voor een breed publiek. Commerciële motieven zijn minstens zo belangrijk als de artistieke. Broodschrijvers leveren op bestelling tekst en muziek aan. De kantoren waar de succesnummers ontstaan, zoals Tin Pan Alley (van 1900 tot 1930) en de Brill Building (jaren vijftig en zestig), krijgen een mythische status als hitfabrieken. Beroemde componisten zijn Burt Bacharach, en duo’s als Leiber & Stoller en Greenwich & Barry. Ze schrijven voor all-round podiumartiesten die konden zingen, dansen en acteren en vaak optraden in één van de vele theaters op Broadway. Plaatopnames zijn tot in de jaren veertig een bijzaak. Met de opkomst van popmuziek neemt de populariteit van de vocale muziek af. Toch blijft het American Songbook, een verzameling klassieke Amerikaanse liedjes, menig soul- en popzanger intrigeren.