Americana (of roots) is de verzamelnaam voor alle muziek die de blanke Amerikaanse volksmuziek van begin vorige eeuw als inspiratiebron heeft. Het muzikale idioom van americana ligt dicht tegen country en folk aan. Country is in de regel iets commerciëler dan americana, dat zijn oorsprong heeft in de ‘outlaw country’ van de jaren zeventig als Johnny Cash en Willie Nelson zich afzetten tegen het gladde countrygeluid dat in Nashville wordt gemaakt. In americana is het schrijven van eigen materiaal een pre en daarin onderscheidt het zich van folk. Vernieuwing staat in de rootswereld vaak gelijk aan het opnieuw interpreteren van de stijl van de grondleggers. Moderne invloeden worden daarbij maar mondjesmaat toegepast. De zogenaamde ‘alternative country’-artiesten beschouwen zichzelf als deel van een lange traditie en het respect voor de iconen van het genre is groot.
Singer/songwriters zijn hoofdzakelijk door folk en/of country geïnspireerde troubadours, wier werk voornamelijk persoonlijk en bespiegelend van aard is. Ze opereren vrijwel altijd alleen, en maken ook in de studio slechts spaarzaam gebruik van instrumentale begeleiding, vaak bestaande uit niet meer dan akoestische gitaar of piano. Hun zelfgeschreven nummers zijn in tegenstelling tot die van folkartiesten minder traditioneel en gaan hoofdzakelijk over zichzelf. Voordat Bob Dylan zijn intrede deed was het binnen de popmuziek normaal dat zangers en zangeressen hun liedjes kochten van uitgeverijen die op hun beurt de nummers lieten schrijven door professionele liedjesschrijvers. Dylan liet zien dat een schrijver best zijn eigen liedjes kon zingen en als moderne bard succesvol door het muzieklandschap kon trekken. Opvallend is dat de rustieke singer/songwriter juist in het digitale tijdperk (vanaf midden jaren negentig) populairder lijkt dan ooit tevoren.
Oorspronkelijk de muziek van de zwarte plattelandsbevolking uit de zuidelijke Amerikaanse staten, voortgekomen uit negro spirituals en slavenliederen. Hieruit ontstaat rond 1900 de countryblues: eenvoudige klaagzangen met akoestische gitaar- of pianobegeleiding. Wanneer de arme zwarten het racisme en de werkloosheid van het zuiden ontvluchten, nemen ze ook hun blues mee naar het noorden. Muddy Waters is één van de eerste artiesten die de blues elektrisch versterkt. In die ‘Chicago blues’ kristalliseert zich ook de bezetting uit, die later essentieel is in de popmuziek: zang, gitaar, basgitaar en drums. In verschillende Amerikaanse steden ontstaan bluesscènes, elk met een uniek geluid. Een essentiële popvariant is de blanke blues of bluesrock, die in de jaren zestig in Engeland opkomt. Groepen als Led Zeppelin en The Rolling Stones maken goede sier met tekst en muziek die ze soms letterlijk ‘leenden’ van hun oudere, zwarte voorbeelden.