Cool jazz is een meestal door blanken gespeelde variant van bebop waarin de musici hun emoties wat meer onder controle probeerden te houden. De tempo’s waren lager dan bij bebop en er was (net als bij de swing) meer aandacht voor arrangementen en consonante klanken. De blanke pianist Lennie Tristano, een van de grote initiatoren van de cool jazz, wilde geen ritmische fratsen van de drummer maar een gelijkmatige puls waarover de blazers met bijna chirurgische precisie samenspeelden. Trompettist Miles Davis zette rond 1950 de toon voor een zachtere, subtielere manier van spelen met het uitbrengen van Birth of the Cool, muziek voor een 9-mansformatie die werd gearrangeerd door de blanke arrangeurs Gil Evans en Gerry Mulligan. Mulligan, een vermaard baritonsaxofonist, was samen met musici als Shorty Rogers en Art Pepper één van de belangrijkste exponenten van de west coast jazz, een aan de cool jazz verwante stijl die werd gespeeld door voornamelijk blanke muzikanten die werkten in de studio’s van California.
Het musicalgenre is een theatervorm die muziek, liederen, gesproken tekst en dans combineert. Voorlopers van de musical waren klassieke genres als komische opera's en operettes; maar ook volksvermaak als variété, burleske en ‘minstrel shows'. Aanvankelijk was een Amerikaanse musical niet veel meer dan een revue met grappige sketches en losstaande liedjes. Show Boat (1927) was de eerste hoogwaardige musical. Het zette de standaard voor latere musicals en bewees dat het genre ook serieuze onderwerpen aankon. Naast theaterproducties ontstond een gigantische filmindustrie die talrijke musicalfilms maakte: zoals de muziek- en dansfilms met sterren als Fred Astaire, Ginger Rogers en Gene Kelly. In de jaren zestig waren het Annie M. G. Schmidt en Harry Bannink die voor het eerst een originele (niet-vertaalde) Nederlandse musical schreven (Heerlijk Duurt Het Langst). Toch duurde het nog decennia totdat er – mede door pionierswerk van Joop van den Ende en (later) Albert Verlinde - ook in Nederland een bloeiende musicalcultuur ontstond.
New Orleans jazz was de eerste jazzstijl voor ensembles. Deze stijl is vernoemd naar de plaats New Orleans, maar werd ook gespeeld op het platteland van de zuidelijke Amerikaanse staten en in steden als St. Louis en Baltimore. Afrikaanse ritmes en vocale tradities als work songs, hymnes, spirituals, minstrel songs, cajun en blues werden samengevoegd in één grote smeltkroes. Na het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog (1865) werd deze muziek meer en meer gespeeld op instrumenten afkomstig uit militaire fanfares (cornet, ventieltrombone, trommels), op het instrumentarium dat populair was bij de Creoolse middenklasse (klarinet, contrabas) en op de gitaren en banjo's afkomstig van reizende blues-, vaudeville- en minstrel-muzikanten. In New Orleans jazz lag de nadruk op collectieve improvisatie. Later kwam er meer aandacht voor individuele solisten in een jazzstijl die soms apart wordt onderscheiden als Chicago jazz. De term dixieland wordt over het algemeen gebruikt voor New Orleans jazz die in de jaren ’20 werd gespeeld door blanke musici. Die waren aanvankelijk wat trager in het oppikken van de ritmische swing en met het toepassen van bluesy toonbuigingen, maar voegden op hun beurt weer meer melodische en harmonische concepten toe aan de vroege jazz. Ook de revival van de oude stijl jazz die na de Tweede Wereldoorlog opbloeide, en de traditionele jazz die vandaag de dag nog steeds gespeeld wordt, noemen we dixieland.