Vocale jazz is iedere jazzstijl, waarin de menselijke stem de hoofdrol speelt. In tegenstelling tot de instrumentale jazz zijn het de vrouwen die de vocale jazz domineren. Toen de jazz als stijl was geboren, eisten ze een plaatsje op in de frontlinie van bands van pioniers als Louis Armstrong (Lil’ Hardin) en Duke Ellington (o.a. Ivie Anderson). Tijdens de swing-periode kwamen twee zangeressen op die tot op de dag van vandaag hun stempel op de vocale jazz drukken: Billie Holiday en Ella Fitzgerald. Fitzgerald zong niet alleen haar liedjes, maar gebruikte haar stem ook om te scatten, een techniek waarmee de stem wordt gebruikt om woordeloos te improviseren zoals een muziekinstrument dat zou doen. Louis Armstrong, die in zijn vroege periode de blues zowel speelde (trompet) als zong, was één van de eerste zangers die die techniek ontwikkelde. In de jaren ‘40 ontwikkelde Eddie Jefferson de zogenaamde vocalese, door teksten te schrijven op (beroemde) instrumentale jazzcomposities en -improvisaties. Een vreemde eend in de bijt was Frank Sinatra die niet alleen een popidool was, maar door velen ook wordt beschouwd als de beste mannelijke jazzvocalist aller tijden. Moderne crooners als Jamie Cullum en Michael Bublé zetten die lijn voort. Naast individuele jazzzangeressen en -zangers zijn er nog de zanggroepen, bijvoorbeeld Lambert/Hendricks /Ross, Manhattan Transfer en Take 6.
Bossa nova is de combinatie van jazz met Braziliaanse samba. De ‘nieuwe golf’, zoals de letterlijke vertaling luidt, was een feit toen zanger/gitarist João Gilberto in 1957 het nummer Desafinado uitbracht, geschreven door Antonio Carlos Jobim. In de bakermat Rio de Janeiro wint de rustige jazzy muziek snel aan populariteit en dan vooral onder de studenten. Door de film Orfeu Negro (Black Orpheus, 1959) breekt de bossa nova ook door in de Verenigde Staten. Musici uit de cool jazz voelden zich aangetrokken tot de subtiele swing en de harmonische rijkdom van deze ‘bossa nova’ en gingen aan de slag met oorspronkelijke bossa’s, bewerkingen en eigen composities in de nieuwe stijl. Het album Jazz Samba van saxofonist Stan Getz en gitarist Charlie Byrd (1962) en de plaat Getz/Gilberto (1963, met de bekende Jobim-compositie The Girl From Ipanema) werden gigantische bestsellers die aan de wieg stonden van een enorme bossa nova-rage. Niet alle experimenten met jazz en samba mondden uit in het bossa nova ritme. In deze restgroep, die brazilian jazz is genoemd, speelt percussie een belangrijke rol.