Gregoriaanse muziek is éénstemmige vocale muziek bedoeld voor in vieringen van de Rooms-Katholieke kerk. Het gregoriaans is vermoedelijk al vóór de achtste eeuw ontstaan. Vanaf de tiende eeuw werd het gregoriaans ook opgeschreven, en daarmee is het een van de oudste muzieksoorten die we in het Westen kennen. Er zijn verschillende genres binnen het gregoriaans, afhankelijk van in wat voor viering ze worden gezongen. De gezangen in de mis zijn relatief lang en ingewikkeld. Gezangen in de getijdendiensten (gebedsvieringen door de dag heen) zijn doorgaans kort ofwel eenvoudiger van vorm. Er zijn duizenden gezangen in het gregoriaans, omdat de meeste melodieën voor bepaalde perioden (bijvoorbeeld Advent, Kerst, Vastentijd, Pasen) of bepaalde feesten (bijvoorbeeld Allerheiligen op 1 november en Johannes de Doper op 24 juni) zijn geschreven. In de loop van de middeleeuwen ontstonden er steeds meer feesten, en ook nieuwe genres in het gregoriaans. Bovendien vormde het gregoriaans de basis voor experimenten met meerstemmige muziek.