John Lee Hooker was de meest oorspronkelijke van de elektrische bluesgiganten. Talloze artiesten werden geïnspireerd door zijn spookachtige muzikale minimalisme, van tijdgenoten als Slim Harpo tot navolgers als The Rolling Stones. Hooker koppelde klagelijke maar krachtige vocalen aan gedreven en percussief gitaarspel. Weinigen kunnen tippen aan de onverklaarbare erotische lading die de kern vormt van zijn beste optredens. Het gepatenteerde "boogie" ritme, waarop vrijwel ieder bluesrockband en hardrockband van de jaren zeventig zijn nummers baseerde, is min of meer uitgevonden door Hooker. Met meer dan 100 albums op talloze labels was Hooker een van de meest opgenomen bluesmannen van na de oorlog, met zijn werkgebied veelal in Detroit en Chicago. Hij bleef werken tot ver na zijn tachtigste. Hooker opende zijn eigen bluesclub in San Francisco en werd in 2000 met een Grammy for Lifetime Achievement onderscheiden. Hij overleed het jaar daarop, op 83-jarige leeftijd.
Robert Johnson (Mississippi 1911) is één van de legendarische figuren uit de geschiedenis van de blues wiens levensverhaal langzaam maar zeker vergroeide met de folklore van het zuiden van de Verenigde Staten. Er is weinig bekend van het leven van Johnson en er zijn maar twee foto’s van de zanger / gitarist. In 1936 nam Johnson een aantal songs op. Een terugkerend thema in zijn teksten was zijn angst voor de duivel. Dat gaf des te meer reden voor speculaties rondom zijn mysterieuze dood op 27-jarige leeftijd. Tegenwoordig wordt aangenomen dat Johnson werd vergiftigd door de jaloerse echtgenoot van een minnares.
Het is aan John en Alan Lomax te danken dat we Lead Belly nu nog kennen. Vader en zoon Lomax waren onderzoekers die in de jaren dertig opnames van originele folkliedjes verzamelden. Tijdens hun zoektocht kwamen ze in een gevangenis terecht waar Huddy William Ledbetter gevangen zat. Het was niet de eerste keer dat Ledbetter in de gevangenis zat en ook niet de laatste keer. De muziek heeft hem meerdere keren gered. In 1917 werd hij veroordeeld voor poging tot moord. Hij vroeg in een zelfgeschreven lied om gratie bij de gouverneur. Die was daar gevoelig voor en verleende Lead Belly in 1925 gratie. Vijf jaar later zat hij echter alweer in de bak en in die periode, in 1934, kwamen vader en zoon Lomax met hun bandrecorder langs. Sommige van die opnames werden commercieel uitgegeven en dat leverde bescheiden succes op. Lead Belly kon, tussen zijn periodes van gevangenschap door, want de man blééf bezig, redelijk rondkomen als artiest, hoewel hij zeker geen grote bekendheid was. Dat kwam pas na zijn dood in 1949. Folkartiesten als Pete Seeger en Woody Guthrie zeggen flink te zijn beïnvloed door Lead Belly. Zijn bekendste liederen zijn Midnight Special, Goodnight Irene, House Of The Rising Sun en Black Betty.
De oorsprong van country ligt in de 'old time music' van de blanke immigranten uit Europa die het landelijke zuiden van de VS bevolken. The Carter Family is de eerste zanggroep die met dit volkse repertoire landelijk doorbreekt. Gitarist Maybelle Carter bedenkt de typische ‘finger picking’-techniek waarmee ze tegelijk solo en begeleiding kan spelen. Deze stijl wordt later door ontelbare gitaristen overgenomen.
Hij wordt wel de Robert Johnson van de country genoemd. Hank Williams was een gekwelde visionair die net lang genoeg op aarde rondliep om de Amerikaanse muziek voorgoed te veranderen. Hij voegde elektrische instrumenten, vleugjes Western swing en proto-rockabilly toe aan het post-hillbillygeluid van zijn idool Roy Acuff, terwijl hij ondertussen een schat aan onvergetelijke liedjes schreef. In de late jaren veertig en vroege jaren vijftig werd Williams beroemd met een hele reeks nummer-1-hits, waaronder I'm So Lonesome I Could Cry en Hey, Good Lookin'. Ofschoon Williams in 1953 stierf, leeft zijn erfenis voort in zijn tijdloze liedjes en de talloze muzikanten die hij heeft geïnspireerd.
Het unieke bluesgeluid van Son House (echte naam: Eddie James House Jr.) laat echo’s horen van zijn roerige leven. House werd in 1902 geboren in een gezin van baptisten. De intense zang van de zuidelijke gospelkoren klinkt door in zijn indringende stem. Ook de werkmans- en gevangenisliederen (House zat zelf twee jaar vast wegens doodslag) klinken door in zijn repertoire. In 1941 en 1942 werd de zanger opgenomen door Alan Lomax. Toen die opnames midden jaren zestig werden ontdekt door een nieuwe generatie blues- en folkliefhebbers, werd Son House alsnog, op 66-jarige leeftijd, op een voetstuk gehesen en bleef hij tot 1974 optreden. Son House overleed in 1988.