Alle popmuziek die zijn wortels heeft in Latijns-Amerikaanse ritmes, zoals salsa, reggae, soca, rumba of merengue. Latin is de afkorting van Latin American pop. De artiesten komen meestal uit de Verenigde Staten, Spanje en Spaanstalig Zuid-Amerika. Muziek uit Italië, Brazilië of Portugal wordt hier niet tot de latin gerekend. Vanaf de jaren tachtig neemt latin een grote vlucht. Voor die tijd experimenteerden artiesten als Santana en Julio Iglesias ook al met Latijns-Amerikaanse en westerse muziek, maar de Cubaans-Amerikaanse zangeres Gloria Estefan breekt de markt pas echt open. De lijst met Latino supersterren groeit vanaf dat moment gestaag. De bekendheid van zangers als Ricky Martin (Puerto Rico), Shakira (Colombia) en Jennifer Lopez (VS) beperkt zich allang niet meer tot de Spaanstalige wereld.
Congolese dansmuziek, ontstaan uit een fusie tussen Afrikaanse en Caribische muziek. De term soukous kan zowel betrekking hebben op een dans als een muziekvorm. Over de exacte definitie van het begrip bestaat nog altijd veel discussie. Zeker is dat soukous voortkomt uit de rumba Congolaise, die in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog vorm kreeg. Deze Centraal-Afrikaanse interpretatie van de Afro-Cubaanse rumba, won snel aan populariteit. Deze muziek werd halverwege de eeuw gespeeld door grote bands, zoals OK Jazz. Eind jaren zestig beginnen ook kleinere bands deze muziek te spelen. Deze nieuwe interpretatie van het genre, waarin zanger Papa Wemba een belangrijke rol speelt, wordt soukous genoemd. Door de komst van elektronische muziekinstrumenten en ontwikkelingen in studioapparatuur, ontstaat in de jaren tachtig een nieuwe soukousbeweging. De epicentra van deze muziek zijn dit keer niet de Congolese hoofdsteden Brazzaville en Kinshasa, maar Londen en Parijs, waar veel Congolezen naar toe zijn geëmigreerd. In de jaren negentig ontstaat een nieuwe tak aan de Congolese rumbaboom: de snelle ndombolo.