Django Reinhardt is een monumentale figuur binnen de Europese swingmuziek. Hij werd in 1910 in Liberchies (België) geboren in een artistieke familie van Sinti-zigeuners. Hoewel Reinhardt amper kon lezen of schrijven, was hij een virtuoze speler op de akoestische gitaar. Door zijn onnavolgbare spel werd de gitaar meer geaccepteerd als solo-instrument. Het was bijzonder dat Reinhardt zo goed speelde, zeker omdat hij anderhalve vinger miste, die hij verloor na een brand in zijn woonwagen. Samen met violist Stéphane Grapelli richtte hij in 1934 het Quintette Du Hot Club De France op. Het duo pionierde in een stijl die later ‘hot jazz guitar’ en ‘gypsy swing’ werd genoemd. Reinhardt was een onberekenbare figuur. Zo zijn er anekdotes dat hij optredens op het laatste moment afzegde, omdat hij liever ging wandelen. Reinhardt stierf jong, hij werd slechts 43 jaar, maar zijn invloed op artiesten na hem (zoals Rosenberg Trio) was groot.
Pianist Dave Brubeck (1920-2012) stond in de jaren vijftig van de vorige eeuw aan de wieg van de cool jazz, het relaxte jazzgeluid van de Amerikaanse westkust. Zijn Dave Brubeck Quartet was de huisband van de Black Hawk, een beroemde nachtclub in San Francisco. Brubeck speelde van 1951 tot 1967 samen met zijn kwartet, dat verder bestond uit Joe Morello (drums), Eugene Wright (bas) en Paul Desmond (sax). Het lied Take Five van het succesvolle album Time Out, gecomponeerd door Paul Desmond, groeide uit tot een echte jazzklassieker. Na 1967 componeerde Brubeck ook werken voor orkesten en koren. Hij bleef tot op hoge leeftijd musiceren, net als de meeste van zijn kinderen. Vier van zijn zonen (Darius, Dan, Matthew en Chris Brubeck) brachten ook muziek uit.