Op geluidsdrager verzamelde muziek uit een speelfilm. Het fenomeen komt op in de jaren vijftig maar neemt een hoge vlucht als de soundtracks van Grease en Saturday Night Fever miljoenenverkopen halen. Het gaat dan nog om muziek die speciaal voor de film is gecomponeerd. Tegenwoordig wordt vaak van bestaande muziek gebruik gemaakt. Het komt ook voor dat de muziek op de soundtrack vaak nauwelijks te horen in de film, of slechts tijdens de aftiteling. Filmmaatschappijen brengen soundtracks uit met zoveel mogelijk bekende artiesten er op, in de hoop dat het nummer op de radio wordt gedraaid en dat de titel van de film er bij wordt genoemd, Omgekeerd krijgen artiesten vaak aanzienlijke bedragen en kan het succes van een filmsoundtrack helpen bij hun populariteit.
In de Cariben en VS ontwikkelde dansmuziek. Salsa ontstond in de jaren zestig in New York, toen Latijns-Amerikaanse immigranten mambo, latin jazz, Puertoricaanse plena en Cubaanse son samensmolten tot een nieuw, uiterst dansbaar geheel. Het waren vooral de Puertoricaanse zangers die hierbij een voortrekkersrol speelden. Omdat veel Cubanen dit aanvankelijk zagen als een gijzeling van hun nationale muziek, de son, weigerden zij halsstarrig de term salsa in gebruik te nemen. Inmiddels is het woord ingeburgerd. Drijvende kracht achter de promotie van de salsa was het label Fania. Veel van hun artiesten, zoals Celia Cruz, Willie Colón, Eddie Palmieri, Hector Lavoe en Tito Puente, groeiden uit tot de grootste sterren die het genre gekend heeft. Samen vormden zij de Fania All Stars. Veel teksten uit de Fania-tijd gingen over de problemen die de zangers als Latijns-Amerikaanse immigranten tegenkwamen. Nu is het grootste gedeelte van salsa pure feestmuziek. Op Cuba ontwikkelde zich een vergelijkbare stroming, met de naam timba. Deze muziek heeft ook de son als hoofdingrediënt, maar kent ook invloeden uit salsa, rock en hiphop. Bands als Los Van Van, Irakere en NG La Banda stonden aan de basis hiervan.