Jackson Browne maakte halverwege de jaren zestig deel uit van de Californische Orange County folkscene, samen met onder andere Tim Buckley, Steve Noonan (een van de eersten die een Browne compositie opnam) en Greg Copeland (voor wie Browne later een album produceerde). Nadat velen – van Nico tot The Byrds – songs van hem hadden opgenomen begon voor Browne een uiterst succesvolle solocarrière. Hij werd de prominente, sensitieve singer/songwriter van de studio-rockscene van Los Angeles in de jaren zeventig en beleefde dat decennium zijn hoogtijdagen, samen met The Eagles en Linda Ronstadt. Dit stagneerde enigszins toen hij meer politiek beladen repertoire ging schrijven, ondanks dat de kwaliteit van zijn songs altijd hoog bleef.
Elton John kent één van de langste en meest succesvolle carrières in de popgeschiedenis. Hij begon als zanger en pianist van gevoelige liedjes, maar viel later vooral op vanwege zijn extravagante kleding en theatrale podiumact. Elton John (geboren als Reginald Dwight) is zo het schoolvoorbeeld van de overdadige jaren zeventig-artiest. Gedurende de jaren tachtig scheidde hij een tijdje van zijn vaste tekstschrijver Bernie Taupin. John moderniseerde zijn geluid, met wisselend resultaat. In de vroege jaren nul kwam John weer in beeld als een succesvol veteraan, die niet te beroerd was om af en toe een talentvol en jong singer-songwritertalent aan te prijzen.
Rod Stewart verwierf voor het eerst bekendheid als zanger van The Jeff Beck Group, in de late jaren zestig. Vervolgens ging hij - een schorre, door soul beïnvloede zanger met gelijkwaardige porties talent en charisma - zingen bij de rauwe kroegrockers The Faces. Tegelijkertijd begon Stewart een solocarrière, die enkele decennia omvatte en waarin hij zich waagde aan folkrock, pop, disco en jazz. Uiteindelijk wist hij The Faces te overschaduwen. Hij produceerde een verbazingwekkende reeks hitssingles en platina albums. Stewarts carrière kende meer dan één comeback. In 1993 bezorgde zijn akoestische Unplugged-performance hem hernieuwde erkenning als een smaakvol liedvertolker. Tien jaar later, en met de hulp van Clive Davis, werd hij nog bekender als gelikte crooner van orkestrale jazzstandards.
De Californische popgroep The Beach Boys werd aan het begin van de jaren zestig opgericht door de broers Brian, Carl en Dennis Wilson, hun neef Mike Love en schoolvriend Al Jardine. Al snel was de muzikale formule duidelijk: een mix van rock-‘n-roll en de complexe samenzang van groepen als The Four Freshmen en de Hi-Lo’s, verpakt in liedjes waarin de geneugten van Californië (zon, strand en surfen) werden bezongen. In Brian Wilson had de groep de beschikking over een geniale songschrijver. Met de debuutsingle Surfin’ (1961) scoorden de Beach Boys een lokale hit aan de westkust. Met Surfin’ Safari (1962) en Surfin’ USA (1963) volgde een landelijke en later ook de internationale doorbraak. Ook tijdens de zogenaamde Britse popinvasie bleef de groep onder leiding van Brian, die met optreden was gestopt om zich fulltime met het opnameproces bezig te kunnen houden, de strijd aangaan met de groepen van overzee. Die competitiedrang met vooral The Beatles resulteerde in het album Pet Sounds (1966), dat nog steeds wordt beschouwd als een van de beste popplaten aller tijden. Tijdens het werken aan de opvolger Smile werd de druk op de labiele Brian, die zwaar experimenteerde met drugs, zo groot dat hij instortte. Hij werd nooit meer de oude. Hoewel hij op onregelmatige basis mee bleef werken aan de platen van de groep, ging het met de carrière van de Beach Boys sindsdien bergafwaarts. Dennis Wilson kampte met een zware alcoholische verslaving en verdronk in 1983. Carl Wilson overleed in 1998 aan kanker. De groep bleef in verschillende bezettingen al die jaren optreden in het Golden Oldies-circuit. Brian kampte decennialang met zware psychische problemen. Hij verraste hij aan het eind van de eeuw zijn fans met het prima soloalbum Imagination (1998) en door op wereldtournee te gaan met de groep The Wondermints, tijdens welke hij de beste liedjes van Pet Sounds en Smile vertolkte.
Vijfkoppige soulgroep uit de stal van Motown. Eind jaren zestig legde The Temptations de lat hoog voor hun concurrenten: perfecte samenzang aangevuld met een vloeiende choreografie en strakke pakken. Tijdens de vroege periode (1964-1968) van de band waren The Temptations een klassieke Motown-groep. Het excentrieke en egoïstische gedrag van leadzanger David Ruffin leidde tot diens ontslag. Met vervanger Dennis Edwards schoof de groep meer op in de richting van funk. De nieuwe sound leverde baanbrekende hits als Ball Of Confusion (1970) en Papa Was A Rolling Stone (1972). Toch wist de groep matig in te spelen op de veranderende (disco-)smaak van het grote publiek en ook een reünie bood in 1982 weinig soelaas. Ondanks hun tanende populariteit beïnvloedden The Temptations veel artiesten na hen, met name (neo)soul- en r&b-groepen.