Het Franstalige lied, ook wel ‘chanson’ genoemd. Tekst is minstens zo belangrijk als de muziek en ontbloot de Franse ziel: romantisch, impuslief en een tikkeltje nostalgisch. Het huidige chanson ontstond aan het begin van de twintigste eeuw uit oudere liedvormen waarvan sommigen teruggaan tot de middeleeuwen. Iconen die het chanson kleur geven, zijn de fragiele
Edith Piaf, de besnorde
George Brassens, de Armeense immigrantenzoon
Charles Aznavour en de Belg
Jacques Brel.
Johnny Hallyday mengt het chanson met rock-‘n-roll terwijl beroepsprovocateur
Serge Gainsbourg zijn chansons volstopt met pikante teksten en invloeden uit beat, rock en reggae. In Nederland beleeft het chanson zijn hoogtepunt in de jaren zeventig wanneer mooie mannen als
Julien Clerc,
Joe Dassin en
Dave zomerhits scoren met vlotte ‘pop-chansons’.
Rock is een algemene term voor alle popmuziek die in het verlengde ligt van de oorspronkelijke rock-‘n-roll: stoere muziek met een opstandig, tegendraads karakter en gitaar, bas en drums als voornaamste instrumentarium. Stijl, imago en inhoud zijn belangrijke onderscheidende factoren. Rockmuziek maakt vrijwel exclusief gebruik van vierkwartsmaat en elektrische versterking en ontwikkelde zich in de jaren zestig via stijlen als beat, surf en psychedelica tot latere vormen als hardrock/metal, progressive rock, punk en alternative rock. Een bijzondere vermelding verdient AOR (adult oriented rock), de stroming waarin bands zorgvuldig de muzikale kenmerken van ‘classic rock bands’ cultiveren, wat ten koste gaat van het rebelse karakter. Die combinatie maakt het tot ideale radiomuziek en AOR-bands als Chicago, Boston, Toto, Styx, Heart en Fleetwood Mac scoren in de jaren zeventig dan ook enorme hits.