Op geluidsdrager verzamelde muziek uit een speelfilm. Het fenomeen komt op in de jaren vijftig maar neemt een hoge vlucht als de soundtracks van Grease en Saturday Night Fever miljoenenverkopen halen. Het gaat dan nog om muziek die speciaal voor de film is gecomponeerd. Tegenwoordig wordt vaak van bestaande muziek gebruik gemaakt. Het komt ook voor dat de muziek op de soundtrack vaak nauwelijks te horen in de film, of slechts tijdens de aftiteling. Filmmaatschappijen brengen soundtracks uit met zoveel mogelijk bekende artiesten er op, in de hoop dat het nummer op de radio wordt gedraaid en dat de titel van de film er bij wordt genoemd, Omgekeerd krijgen artiesten vaak aanzienlijke bedragen en kan het succes van een filmsoundtrack helpen bij hun populariteit.
Overkoepelende term voor alle uit de punk en new wave ontsproten rockmuziek die zich buiten de mainstream om ontwikkelt, parallel aan bijbehorende subculturen. Omvat zeer uiteenlopende stromingen, waaronder britpop, gothic, grunge, industrial, lo-fi, noise en postrock. Ook new wave zelf valt doorgaans onder deze noemer. Als tegenhanger van 'mainstream' wordt alternative of indie (independent = onafhankelijk) gekenmerkt door meer artistieke en inhoudelijke intenties, boven commerciële bedoelingen en sterrenstatus. Dat begon met undergroundbands als The Velvet Underground, The Doors en The Stooges die in de sixties hun eigen, meer persoonlijke invulling begonnen te geven aan popmuziek. Via artrock en pubrock barstten in 1977 punk en new wave los. Niet alleen de energie en het straatgevoel, maar ook het D.I.Y. (do it yourself) denken bleven hangen.
Instrumentale muziek, meestal gemaakt met elektronische instrumenten, soms ook aangevuld met omgevingsgeluiden. De uitgesponnen muziek wil een rustgevend effect hebben op de luisteraar. De term werd bedacht door Brian Eno, die zocht naar een muziekstuk waar je ‘in en uit kon stappen zonder iets te missen’. De structuren van een popliedje ontbreken daarom in ambient. Eno’s ambient-platen uit de late jaren zeventig gelden nog altijd als klassiekers. Naast Brian Eno speelden Duitse pioniers als Klaus Schülze een belangrijke rol. In de jaren negentig ontstond ‘ambient house’ met namen als The Orb en de Noorse producer Biosphere, die ooit een stuk schreef die kabbelende elektronica met natuurgeluiden uit het poolgebied combineerde. Ambient was van invloed op latere genres als downtempo, lounge en idm/electronica.
IDM staat voor ‘intelligent dance music’, ofwel dansmuziek die niet alleen bedoeld is om op te dansen maar ook om naar te luisteren. Omdat de term nogal zelfingenomen klinkt, prefereren veel idm-artiesten de meer neutrale omschrijving ‘electronica’. Het genre ontstond eind jaren negentig. In idm/electronica zijn invloeden terug te horen uit breakbeat, synthipop en techno. Het tegendraadse karakter van de muziek zorgde ervoor dat veel idm-artiesten veroordeeld waren tot een zelfverkozen bestaan in de underground. Neemt niet weg dat er in deze hoek van elektronische dansmuziek veel vernieuwers zaten, die de grenzen van de popmuziek oprekten. Onder die pioniers zitten gevestigde namen als Aphex Twin, Autechre en Four Tet.