(bron: wikipedia)Baaba Maal (Podor, 12 november 1953) is een Senegalese zanger die meer dan 15 albums uit heeft gebracht.
Maal werd in Noord-Senegal geboren en behoort tot het volk Toucouleur, een subgroep van de Fulbe. Zijn ouders waren vissers en zijn moeder zong daarnaast ook graag voor haar plezier. Hierdoor raakte hij met a capella vertrouwd. In 1974 besloot hij in Dakar muziek te studeren. Hier ontving hij een studiebeurs voor de École nationale supérieure des beaux-arts en vertrok vervolgens voor... meer
Khaled Hadj Brahim werd in 1960 geboren in de Algerijnse havenstad Oran. Oran is ook de geboorteplaats van de raï, de muziekstijl die Khaled vanaf de jaren tachtig succesvol exporteerde naar de rest van de wereld. In eigen land was Khaled vanwege zijn openhartige teksten omstreden. De besnorde zanger was vooral populair bij de grote Algerijnse gemeenschap in Europa. In 1986 verhuisde hij daarom naar Parijs. In 1992 schafte hij zijn bijnaam Cheb (Arabisch voor ‘jongeman’) af. Niet veel later scoorde hij een grote hit met Didi en groeide hij uit tot de bekendste ambassadeur van de raï. Zijn bijnaam ‘de koning van de raï’ werd wederom bevestigd in 1996 toen hij met Aicha weer een internationale hit wist te scoren.
Fela Anikulapo Kuti is de controversiële schepper van de Afrobeat. Zijn kritische teksten (vooral gericht tegen de politici in zijn vaderland Nigeria) en zijn charismatische persoonlijkheid maakten hem tot een doelwit van de machthebbers in Nigeria. Fela noemde de Black Panthers een belangrijke invloed op zijn werk en zowel Afrikaanse als Westerse stijlen vormden een inspiratiebron voor zijn muziek. Een bezoek aan de Verenigde Staten in de jaren zestig bracht Fela in contact met jazz. Tijdens zijn optredens vulde Fela het podium met vele dansers en muzikanten die waren gestoken in opvallende glimmende kostuums. Zijn plaatopnames waren vaak marathonjams gebaseerd op een onverwoestbare groove waarover heen Fela naar hartelust zong en soleerde op zijn sax.
De in 1938 geboren François Luambo Makiadi groeide op in het toenmalige Belgisch Congo. Al op twaalfjarige leeftijd stond François als gitarist op het podium. Drie jaar later nam hij zijn eerste single op. In 1955 zette hij de eerste versie op van TPOK Jazz, de band waarmee hij zijn grote successen zou boeken. In 1960 werd Belgisch Congo onafhankelijk. Door de sociale onrust die daarna uitbrak, verhuisden Franco en zijn band naar België. In 1966 keerde de band triomfantelijk terug naar het land dat nu Zaïre heette. Tournees door Afrika en Europa bevestigden de uitstekende reputatie van Franco en zijn band. In 1980 werd Franco onderscheiden door het regime met de titel Grootmeester van de Zaïrese muziek. Desondanks bleef de zanger in zijn teksten vaak kritisch op politici. Franco was één van de eerste Afrikaanse muzikanten die zijn succes ook in klinkende munt wist om te zetten. Zijn dood in 1987 dompelde Zaïre in rouw en alle radiostations speelden vier dagen lang niets anders dan Franco’s muziek.
Vanaf de jaren negentig groeide Antoine Koffi Olomide (Kinshasa, 1956) uit tot één van de populairste artiesten van Zaïre / Congo. Aanvankelijk speelde Koffi de Congolese rumba waar ook artiesten als Franco en Tabu-Ley Richelieu groot mee werden. Olomide deed ervaring op in de band van Papa Wemba. Eind jaren negentig schakelde de man met de vele bijnamen (Shakespeare Du Zaire, Large Degaire, Le Grande Mopao) over op de ndombolo. Vanwege de expliciete seksuele teksten was de ndombolo omstreden in heel Afrika. Iets wat de populariteit van de zanger alleen maar leek te helpen. Olomide viel niet alleen op door zijn enorme begeleidingsband Quartier Latin (19 m/v), maar ook door zijn opvallende kleding, karakteristieke zonnebril en voorliefde voor limousines met airconditioning. Zijn uitgesproken karakter bracht hem in de problemen met de censoren van het regime en na een vechtpartij met de politie, zwoor Olomide niet meer terug te keren naar Congo. Later kwam hij terug op dit besluit. De zanger leverde recent ook nog een bijdrage op een album van de afrosalsagroep Africando.
Al in 1964 zette Joseph Shambalala het koor Ladysmith Black Mambazo op. De groep legde zich toe op het vertolken van de isiscathamaiya, een vocale traditie van de Zuid-Afrikaanse Zulu. De groep groeit al snel uit tot het beste koor in haar soort en vanaf het midden van de jaren zeventig treedt de groep ook in het buitenland op. De grote doorbraak komt wanneer Ladysmith Black Mambazo meezingt op het uiterst succesvolle Graceland (1986) van Paul Simon. Shaka Zulu, het album wat een jaar hierna verscheen, behoort tot de beste van de groep.
Ryland Peter (Ry) Cooder (Los Angeles, 15 maart 1947) is een Amerikaans gitarist en producer.
Ry Cooder kreeg al op jonge leeftijd les van bluesman Reverend Gary Davis. Midden jaren zestig richtte hij de vooruitstrevende bluesrockgroep Rising Sons op, waar onder anderen Taj Mahal deel van uitmaakte. Toen deze groep uiteenviel, werd hij een prominente sessiemuzikant en deelde hij de studio met praktisch iedereen, van Captain Beefheart tot Randy Newman.
Hij werkte in de late jaren zestig met de Rolling Stones en werd zelfs even gezien als een potentiële opvolger voor Brian Jones. Gedurende zijn carrière maakte hij een aantal albums die zich laten beluisteren als spitsvondige studies van onder andere folk, blues, country en zelfs Hawaïaanse muziek.
In de late jaren negentig initieerde hij de Buena Vista Social Club, een project waarin Cubaanse musicerende veteranen samenkwamen en wereldwijd succes boekten met hun muziek via albums, concerten en een documentaire speelfilm.
Ali Farka Touré wordt in 1939 geboren in Timbuktu, in het noorden van Mali. Rond zijn vijftigste wordt Touré’s muziek ontdekt in Europa. Zijn hypnotiserende spel op de gitaar herinnert westerse luisteraars aan de blues en Touré wordt daarom vaak omschreven als ‘de Afrikaanse John Lee Hooker’. Net als de deltablues is Touré’s muziek echte plattelandsmuziek. In interviews geeft Ali regelmatig toe zichzelf in de eerste plaats als boer te zien. Zijn collaboraties met Ry Cooder en Toumani Diabaté leveren klassieke albums en juichrecensies op. In 2006 overlijdt Touré. Zijn zoon Vieux Farka Touré zet het muzikale werk van zijn vader voort.
(bron: wikipedia)Souad Massi (Algiers, 23 augustus 1972) is een Algerijnse zangeres, songwriter en gitarist. Haar muziek is een mengeling van stijlen waaronder folk, rock en flamenco. Ze zingt in het Arabisch, Frans en Engels.
In Algerije was Massi zeven jaar leadzangeres van rockband Akator. De politieke songteksten van Akator werden in het fundamentalistische Algerije niet door iedereen op prijs gesteld en als opruiend gezien. Souad Massi ontving doodsbedreigingen en vluchtte naar Parijs.
In Parijs deed ze mee aan het... meer
Orchestra Baoabab behoort tot de meest succesvolle Afrikaanse groepen. Hun ‘afro-son’, geïnspireerd op Cubaanse dansmuziek, bracht uin de jaren zeventig de heupen van West-Afrika in beweging. De groep werd opgericht in 1970 en vernoemd naar de karakteristieke baobab-boom die overal in Senegal is te vinden. Verschillende invloedrijke muzikanten passeerden de rangen van de groep. In 1987 viel de groep uiteen, omdat het Senegalese publiek liever de mbalax hoorde. Vanuit het Westen groeide de belangstelling voor de groep en in 2001 kwam het orkest weer bijeen. Het album Pirates Choiche werd één van de best verkopen Afrikaanse albums van 2001.
(bron: wikipedia)Zuid-Afrika
Hugh Ramopolo Masekela (Witbank, 4 april 1939) is een Zuid-Afrikaans bugelspeler, zanger en componist. Naast de bugel speelt hij de trompet en de kornet.
Masekela speelde als kind piano en zong mee met grammofoonplaten. Toen hij 14 was, zag hij de film Young Man with a Horn. Hierin speelt Kirk Douglas een rol die geïnspireerd was op jazztrompettist Bix Beiderbecke. Hierop wilde Masekela ook de trompet spelen.
Hij kreeg zijn eerste trompet van aartsbisschop Trevor Huddleston. Deze was in... meer
Vanaf de jaren zestig groeide de Zuid-Afrikaanse zangeres Mariam Makeba uit tot dé stem die zich verzette tegen het Apartheid-regime van haar vaderland. Na een optreden in Italië besloot ze niet terug te gaan en leidde ze een zwervend bestaan over de hele wereld. Met haar teksten en muziek profileerde de zangeres zich als zwart en zelfbewust. Haar huwelijk met Black Power-voorman Stokeley Carmichael zorgde voor opschudding in de Verenigde Staten en het echtpaar verhuisde naar het West-Afrikaanse Guinee. Na de val van het Apartheid-regime werd de zangeres binnengehaald als een teruggekeerde koningin. Die aandacht én haar samenwerkingen met Harry Belafonte, Paul Simon en Nina Simone zorgden er voor dat Makeba ook in het Westen onder de aandacht van een groot publiek kwam. Ze overleed op 10 november 2008 op 76-jarige leeftijd aan in hartaanval na een optreden in Italië.