Alle popmuziek die zijn wortels heeft in Latijns-Amerikaanse ritmes, zoals salsa, reggae, soca, rumba of merengue. Latin is de afkorting van Latin American pop. De artiesten komen meestal uit de Verenigde Staten, Spanje en Spaanstalig Zuid-Amerika. Muziek uit Italië, Brazilië of Portugal wordt hier niet tot de latin gerekend. Vanaf de jaren tachtig neemt latin een grote vlucht. Voor die tijd experimenteerden artiesten als Santana en Julio Iglesias ook al met Latijns-Amerikaanse en westerse muziek, maar de Cubaans-Amerikaanse zangeres Gloria Estefan breekt de markt pas echt open. De lijst met Latino supersterren groeit vanaf dat moment gestaag. De bekendheid van zangers als Ricky Martin (Puerto Rico), Shakira (Colombia) en Jennifer Lopez (VS) beperkt zich allang niet meer tot de Spaanstalige wereld.
Halverwege de negentiende eeuw verhuisden Duitse en Poolse migranten naar Texas en het noorden van Mexico. Ze namen hun eigen muziek, walsen en polka’s, mee. In combinatie met de lokale liedtraditie (de corrido’s) ontstond de norteño: een genre dat begin jaren zestig aan de basis lag van de tex-mex. Tex-mex gebruikte de ritmes en het instrumentarium (accordeon, gitaar) van de norteño en zweepte die op met invloeden uit blues, rock-‘n-roll en country. Een opleving in de jaren tachtig aangevoerd door Los Lobos en zangeres Selena, maakte de muziek wereldwijd bekend. In Nederland kregen deze artiesten navolging van het succesvolle Rowwen Heze.