In de Cariben en VS ontwikkelde dansmuziek. Salsa ontstond in de jaren zestig in New York, toen Latijns-Amerikaanse immigranten mambo, latin jazz, Puertoricaanse plena en Cubaanse son samensmolten tot een nieuw, uiterst dansbaar geheel. Het waren vooral de Puertoricaanse zangers die hierbij een voortrekkersrol speelden. Omdat veel Cubanen dit aanvankelijk zagen als een gijzeling van hun nationale muziek, de son, weigerden zij halsstarrig de term salsa in gebruik te nemen. Inmiddels is het woord ingeburgerd. Drijvende kracht achter de promotie van de salsa was het label Fania. Veel van hun artiesten, zoals Celia Cruz, Willie Colón, Eddie Palmieri, Hector Lavoe en Tito Puente, groeiden uit tot de grootste sterren die het genre gekend heeft. Samen vormden zij de Fania All Stars. Veel teksten uit de Fania-tijd gingen over de problemen die de zangers als Latijns-Amerikaanse immigranten tegenkwamen. Nu is het grootste gedeelte van salsa pure feestmuziek. Op Cuba ontwikkelde zich een vergelijkbare stroming, met de naam timba. Deze muziek heeft ook de son als hoofdingrediënt, maar kent ook invloeden uit salsa, rock en hiphop. Bands als Los Van Van, Irakere en NG La Banda stonden aan de basis hiervan.
Gesyncopeerde, strak gespeelde dansmuziek, eind jaren zestig voortgekomen uit een samengaan van eerdere zwarte muziekvormen als jazz, rhythm & blues en soul. Het ritme, vastgelegd in de groove, en met een hoofdrol voor de basgitaar, is allesoverheersend. James Brown wordt vaak aangewezen als een van de eerste soulartiesten die de groove een prominente rol gaf. Bands als Parliament en Sly & The Family Stone werkten deze stijl verder uit. Naast ritmische kenmerken deelt funk ook het gebruik van bijzondere akkoorden met de jazz. Funk had grote invloed op hiphop en r&b, maar ook bij rockartiesten zoals de Red Hot Chili Peppers en Living Colour hoor je duidelijke funkinvloeden terug.