West-Afrikaanse dansmuziek, die voortkomt uit een cocktail van lokale en Europese ingrediënten. Highlife ontstond aan het begin van de twintigste eeuw in Ghana. Europese zeemansliederen, kerk- en legermuziek versmolten met de traditionele ritmes en melodieën die langs de kust werden gespeeld. Uit deze cocktail ontstonden twee stromingen: de eerste werd door blaasorkesten gespeeld in elitaire danssalons (vandaar de naam highlife). Een simpeler vorm werd gespeeld door de minder welgestelden. Met hun gitaarbands speelden zij een vorm die minder westers georiënteerd was. In de loop der tijd heeft highlife constant nieuwe invloeden opgenomen. De dansstroming werd beïnvloed door jazz, swing en Caribische rumba en calypso. De gitaarbands verruilden hun akoestische instrumenten voor een popgroepbezetting. Bloeiperiodes waren er halverwege de twintigse eeuw met highlife dansbands als E.T. Mensah en de Ramblers en in de jaren zeventig met gitaarbands als Sweet Talks, A.B.Crentsil en Osita Osadebe. Het genre heeft zich dan al verspreid over Ghana, Nigeria, Sierra Leone en in mindere mate Congo. Na de jaren tachtig nemen reggae, gospel en hiphop sterk in populariteit toe. Highlife leek daarmee zijn langste tijd gehad te hebben.
De term rhythm & blues werd in 1948 bedacht door platenbaas Jerry Wexler als vervanging van de dubieuze term ‘race music’. Dat was een overkoepelende term voor alle muziek van Afro-Amerikaanse origine. Vanaf de jaren veertig werd rhythm & blues een stijlaanduiding voor muziek die elementen uit jazz, blues, boogie-woogie en gospel samensmolt. Daarmee is het de voorloper van latere genres als soul en rock-‘n-roll. Rhythm & blues deelt de doorleefde voordracht met soulmuziek, terwijl het opzwepende ritme en de realistische teksten een voorbode zijn van de rock’-n’roll. In Engeland is het in de jaren zestig de benaming voor groepen als The Rolling Stones, The Animals en Cream. Het geluid van deze Britse groepen was meer gitaar georiënteerd en daardoor harder dan die van hun zwarte voorgangers. Vanaf de jaren zeventig werd het gangbaar om die afsplitsing ‘rock’ te noemen.