Singer/songwriters zijn hoofdzakelijk door folk en/of country geïnspireerde troubadours, wier werk voornamelijk persoonlijk en bespiegelend van aard is. Ze opereren vrijwel altijd alleen, en maken ook in de studio slechts spaarzaam gebruik van instrumentale begeleiding, vaak bestaande uit niet meer dan akoestische gitaar of piano. Hun zelfgeschreven nummers zijn in tegenstelling tot die van folkartiesten minder traditioneel en gaan hoofdzakelijk over zichzelf. Voordat Bob Dylan zijn intrede deed was het binnen de popmuziek normaal dat zangers en zangeressen hun liedjes kochten van uitgeverijen die op hun beurt de nummers lieten schrijven door professionele liedjesschrijvers. Dylan liet zien dat een schrijver best zijn eigen liedjes kon zingen en als moderne bard succesvol door het muzieklandschap kon trekken. Opvallend is dat de rustieke singer/songwriter juist in het digitale tijdperk (vanaf midden jaren negentig) populairder lijkt dan ooit tevoren.
Een combinatie van West-Afrikaanse met Afro-Amerikaanse muziek, ontstaan in Nigeria in de jaren zestig van de vorige eeuw. Grondlegger van het genre was de Nigeriaanse saxofonist, toetsenist en bandleider Fela Kuti (1938-1997). Hij vermengde traditionele Nigeriaanse percussie met Amerikaanse funk en jazz - James Brown was een grote inspiratiebron - en doopte dit mengsel afrobeat. Belangrijk was ook de rol van zijn drummer Tony Allen, zonder wie volgens Kuti 'de afrobeat nooit had bestaan'. De teksten van Kuti waren sterk politiek getint, waardoor hij regelmatig in de problemen kwam met het Nigeriaanse regime. Afrobeat kende zijn hoogtijdagen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Vooral in Nigeria, maar ook in andere West-Afrikaanse landen zoals Ghana en Kameroen. Na het overlijden van Fela Kuti namen zijn zoon Femi Kuti, en zijn drummer Tony Allen de fakkel over. In de Verenigde Staten zorgde de in 1998 gevormde band Antibalas voor hernieuwde interesse in de afrobeat.