Oorspronkelijk de van generatie op generatie overgedragen volkseigen of regionale muziek, bestaande uit verhalende liedjes voor elke gemoedstoestand en gelegenheid: liefde, blijdschap, verdriet, bruiloft, werk, overspel, ziekte, dood, enzovoorts. Kent daardoor zeer veel uiteenlopende gezichten, al worden in het Westen meestal de Noord-Amerikaanse en Engelse variant bedoeld. De scheidslijnen met blues, country en singer/songwriters is vaak dun. Folkliedjes zijn vaak zo oud dat de oorspronkelijke componist onbekend is. In de jaren dertig speelden Alan Lomax en Harry Smith een belangrijke rol bij het conserveren van Amerikaanse folksongs. Zij trokken naar het platteland om daar de oude volksliedjes op te nemen. In de jaren zestig leefde folk weer op aan de hand van een jonge, naoorlogse generatie. Popgenres die gebruik maken van folkinvloeden zijn americana, folkrock en folkmetal. De avontuurlijke combinatie van folk met alternatieve pop die na 2000 opkomt wordt ‘freakfolk’ genoemd.
Klezmer en Ladino zijn twee verschillende verschijningsvormen van traditionele Joodse muziek. De diaspora van het Joodse volk heeft ervoor gezorgd dat ook in zijn muzikale tradities verschillende stromingen zijn ontstaan, namelijk klezmer- tegenover ladinomuziek. De dansmuziek klezmer werd gespeeld door Oost-Europese Joden en toont veel overeenkomsten met volksmuziek uit die regio: de dynamiek, tempowisselingen en zigeunerachtige melodieën. Na de Tweede Wereldoorlog vluchtten veel Joden naar de Verenigde Staten. Daar ontstond een nieuw centrum van de klezmer. Het zou nog tot de jaren tachtig duren voordat deze opzwepende muziek zou worden herontdekt in Europa. De Sefardische Joden, die nadat ze van het Iberisch schiereiland waren verjaagd in verschillende landen rond de Mediterraanse zee terecht zijn gekomen, kenden hun eigen muziek, die met de term 'ladino' wordt aangeduid en eveneens staat voor de taal die zij spreken. Dit Ladino is een soort Romaanse tegenhanger van het Jiddisch. Ladino als genre is net zo divers als de landen waarin de Sefardische Joden terecht zijn gekomen. Zo kent het onder andere invloeden uit Marokkaanse, Turkse, Griekse, Spaanse en Balkan muziek.
World fusion is de mengvorm van jazz en wereldmuziek en/of volksmelodieën. Te denken valt aan de combinatie van jazz met Afrikaans (bijv. Manu Dibango), jazz met Indiase muziek (bijv. Shakti en Trilok Gurtu) en jazz met muziek uit het Midden-Oosten (bijv. Rabih Abou-Khalil). Onder world fusion valt ook de folk jazz, waarin volksmelodieën het uitgangspunt vormen voor improvisaties, bijvoorbeeld in het werk van Jan Garbarek. Apart onderscheiden stijlen binnen de world fusion zijn latin jazz en bossa nova/brazilian jazz.