Als er één zanger vereenzelvigd mag worden met het Afrikaanse land Angola, dan is het Bonga wel. Toch woonde de zanger een groot deel van zijn leven niet in zijn geboorteland. Op 23-jarige leeftijd vertrok hij naar Portugal om zich daar te richten op zijn sportcarrière. Nog altijd is hij Angolees recordhouder op de 400 meter hardlopen. Daarnaast zong hij, maar de kritische teksten op zijn debuutalbum zorgden ervoor dat Bonga het Portugal van dictator Salazar moest verlaten. Gedurende een aantal jaar woonde hij in Rotterdam. Na de val van Salazar en de onafhankelijkheid van Angola woonde de zanger afwisselend in Lissabon, Luanda en Parijs. Zijn unieke stijl mengt lokale Angolese stijlen als de kizomba en semba met invloeden uit West-Afrika, Brazilië en Portugal.
Zanger, gitarist en liedschrijver Teofilo Chantre werd in 1964 geboren op het eiland São Nicolau. Dertien jaar later emigreerde zijn familie naar Frankrijk. Daar leerde hij zichzelf gitaarspelen en componeren. Vanaf zeventienjarige leeftijd verdiepte hij zich in zijn Afrikaans-Portugese wortels en begon hij op lokale festivals op te treden. Chantres bekendheid groeide nadat producer José da Silva drie liederen van hem selecteerde voor Cesaria Evora's beroemde album Miss Perfumado. In de jaren daarop bracht Chantre een aantal eigen veelgeprezen albums uit: Terra & Cretcheu (1996), Di Alma (1998), Rodatempo (2001) en Azulando (2004). Chantre vernieuwt de traditionele genres: zijn bitterzoete morna's en zijn levendige en satirische coladeira's klinken naast nostalgische walsen en mazurka's. Naar believen vermengt hij de Kaapverdiaanse genres met Franse, Braziliaanse en jazzinvloeden. (SvdP)
Zanger en liedschrijver Gerard Mendes alias Boy Gé Mendes werd in 1952 geboren in Dakar. In de kosmopolitische hoofdstad van Senegal leeft een grote Kaapverdiaanse gemeenschap samen met Malinezen, Guinezen en Senegalezen. Als kind zong Mendes al graag in het katholieke koor, tijdens feesten, op markten en op oudere leeftijd ook in pianobars. Toentertijd coverde hij The Rolling Stones en The Beatles en speelde rhythm & blues en salsa. Met zijn groep The Beryls bouwde hij tijdens tournees door Senegal een reputatie op. Toen hij in 1976 naar Frankrijk emigreerde, werd hij gevraagd de Cabo Verde Show te versterken, een honderd procent Kaapverdiaanse groep die voor Franse en Nederlandse Kaapverdianen optrad. Deze band opende Mendes' ogen en hart voor zijn Kaapverdiaanse wortels en hij begon in het Creools te componeren. Hij ging solo onder de artiestennaam Boy Gé Mendes. Zijn lied Grito De Bo Fidge werd de eerste internationale Kaapverdiaanse hit. Na uitputtende internationale tournees laste Mendes begin jaren negentig een pauze in en reisde met zijn gitaar door Brazilië, de Verenigde Staten, Senegal en Kaapverdië, waar hij zich uiteindelijk vestigde. Op zijn negende album Noite De Morabeza (1999) horen we Mendes' lichtgetinte fluweelzachte stem en een sensuele en relaxte mengelmoes van jazz met reggae en muzikale invloeden uit Afrika, Brazilië en Cuba. (SvdP)
Als een waarzegster haar vroeger een toekomst als wereldberoemde zangeres zou hebben voorspeld, zou Cesaria Evora (1941-2011) haar voor gek hebben verklaard. Uit een muzikale familie kwam ze echter wel, want troubadour B. Leza was haar oom. Geboren en getogen op São Vicente, lukte het Evora al op jonge leeftijd brood op de plank te brengen door in nachtclubs in de havenstad Mindelo te zingen. Maar de handel zakte in, zeker nadat Kaapverdië in 1975 onafhankelijk werd. Musici moesten emigreren of ander werk zoeken. Evora bleef in Kaapverdië om met allerhande baantjes haar familie te onderhouden. Pas in 1985 ging de toen vijfenveertigjarige zangeres weer zingen. Een incidenteel reisje naar Portugal om daar twee nummers op te nemen zou de doorstart betekenen naar een grootse internationale carrière. De in Frankrijk wonende Kaapverdiaanse producer José da Silva ontdekte haar en opende de deur naar een carrière in Europa. Evora's geniale bandleider Paulino Vieira maakte de Kaapverdiaanse muziek toegankelijker voor een internationaal publiek door aan de morna elementen toe te voegen uit de jazz, soul, latin en blues. Evora brak door met het album La Diva Aux Pieds Nus (De Diva Op Blote Voeten, 1988). Evora bezit een warme, doorleefde altstem waarmee ze luisteraars moeiteloos meesleept in een gemoedstoestand van melancholie en heimwee. (SvdP)