Zuid-Spaanse volksmuziek, die gekenmerkt wordt door complexe ritmes, ingenieus gitaarspel en aangrijpende zang. Geen enkele flamencoliefhebber zal genoegen nemen met bovenstaande definitie en gelijk hebben ze. Meer dan een combinatie van muziek en dans is flamenco een kunstvorm, die zo diep geworteld zit in de Spaanse cultuur, dat deze voor buitenstaanders moeilijk vatbaar is. Flamenco is ontstaan uit een fusie van zigeunermuziek, Sefardische Joden en Arabieren, die zich in de heuvels van de Zuid-Spaanse provincie Andalusië hadden gevestigd. Hoewel flamenco nauw verweven is met de zigeunercultuur (Spaans: gitanos), wordt deze inmiddels door een even groot aantal niet-zigeuners gespeeld. Flamenco uit zich in drie vormen: de dans, het lied en het gitaarspel. De artiesten streven ernaar 'duende' te bereiken, een soort extase waarin de artiest het publiek meeneemt. Voor de meeste Spanjaarden is Camarón de la Isla (1950-1992) onbetwistbaar de beste flamencozanger die het land gekend heeft. Hij werd begeleid door gitaargrootheden Paco de Lucia en later Tomatito. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw vormt flamenco vaak de basis voor experimenten met andere muziekstijlen. Ketama, Paco de Lucia en Ojos de Brujo wisten extra dimensies toe te voegen aan de oude overlevering. In Barcelona ontstond een simpelere variant: de rumba Catalana. De Gipsy Kings hebben deze vorm wereldwijd bekend gemaakt.
Gypsy jazz is een aan swing verwante jazzstijl, oorspronkelijk gespeeld door zigeuners. Gitarist Django Reinhardt wordt meestal gezien als de grondlegger van de gypsy jazz. In het Parijs van de jaren dertig ontwikkelde hij deze stijl door donkere chromatische zigeunermelodieën (afkomstig van musette-ensembles) te combineren met de articulatie en timing van de swing. Gypsy jazz wordt, net als andere gypsy muziek, meestal doorgegeven van generatie op generatie in een mondelinge traditie. De meeste gypsy muzikanten kunnen dan ook geen noten lezen. De belangrijkste solo-instrumenten in de gypsy jazz zijn de gitaar en viool, maar ook accordeon en klarinet worden wel gebruikt. De functie van het drumstel wordt vrijwel altijd overgenomen door de 'rhythm guitar' die speelt in een percussieve stijl die bekend staat als ‘la pompe’. Een contrabas levert de harmonische basis. Django Reinhardt’s bekendste groep was het Quintette du Hot Club de France, met onder meer violist Stephane Grappelli. Daarom is gypsy jazz ook bekend onder de naam Hot Club (de France). Ook de term manouche jazz wordt wel gebruikt.
Alle popmuziek die zijn wortels heeft in Latijns-Amerikaanse ritmes, zoals salsa, reggae, soca, rumba of merengue. Latin is de afkorting van Latin American pop. De artiesten komen meestal uit de Verenigde Staten, Spanje en Spaanstalig Zuid-Amerika. Muziek uit Italië, Brazilië of Portugal wordt hier niet tot de latin gerekend. Vanaf de jaren tachtig neemt latin een grote vlucht. Voor die tijd experimenteerden artiesten als Santana en Julio Iglesias ook al met Latijns-Amerikaanse en westerse muziek, maar de Cubaans-Amerikaanse zangeres Gloria Estefan breekt de markt pas echt open. De lijst met Latino supersterren groeit vanaf dat moment gestaag. De bekendheid van zangers als Ricky Martin (Puerto Rico), Shakira (Colombia) en Jennifer Lopez (VS) beperkt zich allang niet meer tot de Spaanstalige wereld.
Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.